Ϸվ

Vorige
Volgende
Reglement van het Europees Parlement
Tiende zittingsperiode-Juli 2024
EPUB154kPDF610k
INHOUD
BERICHT AAN DE LEZER
COMPENDIUM VAN DE BELANGRIJKSTE RECHTSHANDELINGEN BETREFFENDE HET REGLEMENT

BIJLAGE VII:GOEDKEURING VAN DE COMMISSIE EN MONITORING VAN TIJDENS DE HOORZITTINGEN VOORAFGAAND AAN DE BENOEMING GEDANE TOEZEGGINGEN

Deel I – Goedkeuring door het Parlement van de gehele Commissie

Artikel 1:Structuur en organisatie van de portefeuilles van de Commissie

Op grond van artikel 129 nodigt de Voorzitter vóór de hoorzittingen voorafgaand aan de benoeming de gekozen voorzitter van de Commissie uit om de Conferentie van voorzitters in te lichten over:

–de geplande structuur van de nieuwe Commissie, met inbegrip van de voorgestelde benamingen van de verschillende portefeuilles en de mogelijke groepering ervan;

–de verdeling van de verantwoordelijkheden (portefeuilles) in het voorgedragen nieuwe college van commissarissen overeenkomstig de beleidslijnen van de gekozen voorzitter; alsmede

–andere horizontale vraagstukken, waaronder het genderevenwicht binnen het college van commissarissen.

Artikel 2:Beoordelingsbasis

1.Het Parlement beoordeelt de voorgedragen kandidaten op grond van hun algemene bekwaamheid, Europese inzet en persoonlijke onafhankelijkheid. Het beoordeelt hun kennis van de desbetreffende portefeuille en hun communicatieve vaardigheden.

2.Het Parlement houdt in het bijzonder rekening met het genderevenwicht. Het kan zich uitspreken over de verdeling van de portefeuilleverantwoordelijkheden door de gekozen voorzitter.

3.Het Parlement kan alle informatie inwinnen die relevant is om tot een besluit over de bekwaamheid van de voorgedragen kandidaten te komen. Het Parlement verwacht van voorgedragen kandidaten dat zij informatie betreffende hun financiële belangen volledig openbaar maken. De belangenverklaringen van de voorgedragen kandidaten worden ter toetsing naar de voor juridische zaken bevoegde commissie verwezen.

Artikel 3:Controle van de opgave van belangen

1.De voor juridische zaken bevoegde commissie controleert de opgaven van belangen en gaat na of de inhoud van de opgave van de voorgedragen kandidaat waarheidsgetrouw en volledig is, en of er een belangenconflict kan worden afgeleid.

2.Als een essentiële voorwaarde voor het houden van de hoorzitting voorafgaand aan de benoeming door de ter zake bevoegde commissie moet de voor juridische zaken bevoegde commissie, bevestigen dat van belangenconflicten geen sprake is. Bij ontstentenis van een dergelijke bevestiging wordt de procedure voor de benoeming van de voorgedragen kandidaat opgeschort waarbij de in lid 3, punt c), bedoelde procedure wordt gevolgd.

3.Bij de controle van de opgave van belangen door de voor juridische zaken bevoegde commissie worden de volgende richtlijnen gehanteerd:

(a)indien de voor juridische zaken bevoegde commissie bij de controle van een opgave van belangen op grond van de voorgelegde documenten van mening is dat de opgave waarheidsgetrouw en volledig is en geen aanwijzingen bevat voor een feitelijk of potentieel belangenconflict in verband met de portefeuille van de voorgedragen kandidaat, stuurt de commissievoorzitter aan de voor de hoorzitting voorafgaand aan de benoeming bevoegde commissies of – in geval van een controleprocedure tijdens de lopende ambtsperiode van een commissaris – aan de betrokken commissies een brief waarin wordt bevestigd dat geen sprake is van een belangenconflict; indien de voor juridische zaken bevoegde commissie vaststelt dat de opgave van belangen van de voorgedragen kandidaat andere dan met financiële belangen verband houdende elementen bevat waarmee bij de algemene beoordeling van de voorgedragen kandidaat rekening gehouden moet worden, stelt zij alle commissies die betrokken zijn bij de hoorzitting voorafgaand aan de benoeming hiervan onmiddellijk in kennis;

(b)indien de voor juridische zaken bevoegde commissie van mening is dat de opgave van belangen van een voorgedragen kandidaat onvolledige of tegenstrijdige informatie inzake financiële belangen bevat dan wel nadere toelichting inzake financiële belangen behoeft, vraagt zij de voorgedragen kandidaat, krachtens het kaderakkoord over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie, om die nadere informatie onverwijld te verstrekken en wacht zij met haar besluit totdat zij die informatie naar behoren heeft bestudeerd en geanalyseerd; de voor juridische zaken bevoegde commissie kan zo nodig besluiten de voorgedragen kandidaat voor een discussie uit te nodigen;

(c)indien de voor juridische zaken bevoegde commissie uit de opgave van belangen of uit de door de voorgedragen kandidaat verschafte aanvullende informatie een belangenconflict met betrekking tot financiële belangen afleidt, brengt zij aanbevelingen uit die aan dit belangenconflict een einde moeten maken; die aanbevelingen kunnen inhouden dat de voorgedragen kandidaat afstand doet van de betrokken financiële belangen of dat de voorzitter van de Commissie voor een herschikking van zijn portefeuille zorgt; in ernstigere gevallen kan de voor juridische zaken bevoegde commissie, als geen oplossing voor het belangenconflict met betrekking tot financiële belangen wordt gevonden en in laatste instantie, concluderen dat de voorgedragen kandidaat niet in staat is zijn of haar taak volgens de Verdragen en de gedragscode te vervullen; de voorzitter van het Parlement moet vervolgens bij de voorzitter van de Commissie informeren naar de verdere stappen die laatstgenoemde voornemens is te nemen.

Artikel 4:Hoorzittingen voorafgaand aan de benoeming

1.Iedere voorgedragen kandidaat wordt verzocht om voor een hoorzitting voorafgaand aan de benoeming voor de bevoegde commissie of commissies te verschijnen.

2.De hoorzittingen voorafgaand aan de benoeming worden door de Conferentie van voorzitters op basis van een aanbeveling van de Conferentie van commissievoorzitters georganiseerd; in de aanbeveling worden de voorgestelde verdeling van verantwoordelijkheden tussen de commissies en de voorgestelde duur van elke individuele hoorzitting voorafgaand aan de benoeming gespecificeerd. De voorzitter en de coördinatoren van elke commissie zijn verantwoordelijk voor de nadere regeling ervan.

3.Voor de verdeling van de verantwoordelijkheden tussen commissies in verband met een hoorzitting voorafgaand aan de benoeming worden passende regelingen getroffen. Er kunnen zich twee gevallen voordoen:

(a)indien de portefeuille van de voorgedragen kandidaat onder de bevoegdheid van een enkele commissie valt of onder de bevoegdheden van meerdere commissies valt, maar de bevoegdheid van één commissie de overhand heeft, wordt de voorgedragen kandidaat alleen door die commissie (de bevoegde commissie) gehoord; andere commissies kunnen worden uitgenodigd om deel te nemen aan de hoorzitting voorafgaand aan de benoeming indien een aanzienlijk deel van de portefeuille onder hun bevoegdheden valt.

(b)indien aanzienlijke delen van de portefeuille van de voorgedragen kandidaat onder de bevoegdheden van twee of meer commissies vallen, maar de bevoegdheid van geen van hen de overhand heeft, wordt de voorgedragen kandidaat door die commissies gezamenlijk gehoord; andere commissies kunnen worden uitgenodigd om deel te nemen aan de hoorzitting voorafgaand aan de benoeming indien een aanzienlijk deel van de portefeuille onder hun bevoegdheden valt.

4.De gekozen voorzitter van de Commissie wordt uitvoerig over de organisatie geraadpleegd.

5.De commissies leggen de voorgedragen kandidaten tijdig voor de hoorzittingen voorafgaand aan de benoeming schriftelijke vragen voor. Aan alle voorgedragen kandidaten worden twee gezamenlijke vragen gesteld die door de Conferentie van commissievoorzitters worden opgesteld, waarvan de eerste betrekking heeft op zaken van algemene bekwaamheid, Europese inzet en persoonlijke onafhankelijkheid, en de tweede betrekking heeft op het beheer van de portefeuille en de samenwerking met het Parlement. De bevoegde commissie legt vijf andere vragen voor. Indien de voorgedragen kandidaat gezamenlijk wordt gehoord door twee of meer commissies, heeft elk van die commissies het recht drie vragen voor te leggen. Elke uitgenodigde commissie heeft het recht één vraag voor te leggen. Deelvragen zijn niet toegestaan.

De cv's van de voorgedragen kandidaten en hun antwoorden op de schriftelijke vragen worden vóór de openbare hoorzitting voorafgaand aan de benoeming gepubliceerd op de website van het Parlement.

6.De hoorzittingen voorafgaand aan de benoeming vinden plaats in omstandigheden en onder voorwaarden die waarborgen dat de voorgedragen kandidaten een eerlijke mogelijkheid krijgen om zichzelf en hun standpunten te presenteren. In beginsel wordt voor hoorzittingen voorafgaand aan de benoeming drie uur uitgetrokken. In het geval van voorgedragen kandidaten met bijzonder grote of complexe portefeuilles die onder de bevoegdheden van meer dan één commissie vallen, kan de Conferentie van commissievoorzitters echter aanbevelen dat voor de hoorzitting voorafgaand aan de benoeming maximaal vier uur wordt uitgetrokken. Bij de vaststelling van de duur van de hoorzitting voorafgaand aan de benoeming wordt rekening gehouden met het aantal uitgenodigde commissies, zodat elk van hun voorzitters één vraag kan stellen.

7.De voorgedragen kandidaten wordt verzocht een inleidende mondelinge verklaring af te leggen van ten hoogste vijftien minuten. Het grootste deel van de spreektijd wordt mutatis mutandis overeenkomstig artikel 178 aan de fracties toegewezen. De spreektijd die aan een fractie wordt toegewezen bestaat uit één blok, met dien verstande dat elke hoorzitting voorafgaand aan de benoeming dient te verlopen overeenkomstig een geharmoniseerde vorm. Elke fractie verdeelt de spreektijd binnen haar blok tussen haar leden die aan de hoorzitting deelnemen. De spreektijd die aan niet-fractiegebonden leden wordt toegewezen wordt niet behandeld als één blok. De voorgedragen kandidaat krijgt, gemiddeld, twee keer zoveel tijd voor het geven van een antwoord als de tijd die gegeven werd voor het stellen van de vraag. De hoorzittingen voorafgaand aan de benoeming zijn bedoeld om een brede politieke dialoog tussen de voorgedragen kandidaten en de leden op gang te brengen. Voor het einde van de hoorzitting voorafgaand aan de benoeming worden de voorgedragen kandidaten in de gelegenheid gesteld om een korte afsluitende verklaring af te leggen.

8.De hoorzittingen voorafgaand aan de benoeming worden rechtstreeks audiovisueel uitgezonden, en deze uitzendingen worden kosteloos ter beschikking gesteld van het publiek. Binnen 24 uur wordt een opname met index van de hoorzittingen voorafgaand aan de benoeming openbaar gemaakt.

Artikel 5:Evaluatie

1.Na de hoorzittingen voorafgaand aan de benoeming komen de voorzitter en de coördinatoren onverwijld bijeen om een evaluatie te maken van de afzonderlijke voorgedragen kandidaten. Deze vergaderingen vinden met gesloten deuren plaats. De voorzitters van de uitgenodigde commissies worden uitgenodigd om deel te nemen aan de evaluatievergaderingen. De coördinatoren van de bevoegde commissie wordt verzocht te verklaren of zij de voorgedragen kandidaten geschikt achten om zitting te nemen in het college en de hun toebedeelde taken te vervullen. De Conferentie van commissievoorzitters werkt een model uit om de evaluatie te vergemakkelijken.

2.Indien een voorgedragen kandidaat gezamenlijk wordt gehoord door twee of meer commissies, werken de voorzitters en de coördinatoren van de betrokken commissies gedurende de gehele procedure samen, onder meer door gezamenlijke evaluatievergaderingen te beleggen.

3.Er wordt één evaluatiebrief per voorgedragen kandidaat opgesteld. De standpunten van de uitgenodigde commissies, die zijn goedgekeurd door coördinatoren die een gewone meerderheid van de tot een fractie behorende leden van een commissie vertegenwoordigen, worden bij de evaluatiebrief gevoegd.

4.De volgende beginselen zijn van toepassing op de evaluatie door de coördinatoren:

(a)Indien de coördinatoren de voorgedragen kandidaat unaniem goedkeuren, legt de voorzitter namens hen een goedkeuringsbrief over.

(b)Indien de coördinatoren de voorgedragen kandidaat unaniem afkeuren, legt de voorzitter namens hen een schriftelijke afkeuring over.

(c)Indien coördinatoren die een meerderheid van ten minste twee derde van de tot een fractie behorende leden van de commissie vertegenwoordigen de voorgedragen kandidaat goedkeurt, legt de voorzitter namens hen een brief over waarin wordt meegedeeld dat een grote meerderheid haar goedkeuring heeft gegeven aan de voorgedragen kandidaat. Minderheidsstandpunten worden op verzoek in die brief vermeld.

(d)Indien de coördinatoren er niet in slagen een meerderheid te bereiken van ten minste twee derde van de tot een fractie behorende leden van de commissie die de kandidaat goedkeurt, kunnen zij verzoeken om:

–aanvullende informatie door middel van aanvullende schriftelijke vragen, doch niet meer dan het aantal schriftelijke vragen dat aanvankelijk aan de voorgedragen kandidaat werd voorgelegd, en/of
–een aanvullende hoorzitting voorafgaand aan de benoeming van anderhalf uur, onder voorbehoud van goedkeuring door de Conferentie van voorzitters.

Bij toepassing van de eerste alinea, eerste streepje, zijn deelvragen niet toegestaan en hebben uitgenodigde commissies niet het recht aanvullende schriftelijke vragen te stellen.

In het kader van de beoordeling van een voorgedragen kandidaat kan slechts verzocht worden om één reeks aanvullende schriftelijke vragen en één aanvullende hoorzitting voorafgaand aan de benoeming.

Aanvullende schriftelijke vragen en de antwoorden van de voorgedragen kandidaat worden bekendgemaakt op de website van het Parlement.

(e)Indien, na toepassing van punt d), coördinatoren die een meerderheid van ten minste twee derde van de tot een fractie behorende leden van de commissie vertegenwoordigen de kandidaat goedkeuren, legt de voorzitter namens hen een brief over dat een overgrote meerderheid haar goedkeuring heeft verleend aan de voorgedragen kandidaat. Minderheidsstandpunten worden op verzoek in die brief vermeld.

(f)Indien er, na toepassing van punt d), nog steeds geen meerderheid is van coördinatoren die een meerderheid van ten minste twee derde van de tot een fractie behorende leden van de commissie vertegenwoordigen die de voorgedragen kandidaat goedkeuren, roept de voorzitter een commissievergadering bijeen waarin hij of zij de twee in lid 1 genoemde kwesties in stemming brengt. De voorzitter legt een brief over met daarin de evaluatie van de commissie.

5.De evaluatiebrieven van de commissies worden binnen 24 uur na de afronding van het evaluatieproces doorgezonden. De brieven worden door de Conferentie van commissievoorzitters behandeld en vervolgens aan de Conferentie van voorzitters voorgelegd. Na een gedachtewisseling verklaart de Conferentie van voorzitters de hoorzittingen voorafgaand aan de benoeming voor gesloten, tenzij zij besluit extra informatie in te winnen, en geeft zij toestemming voor de openbaarmaking van alle evaluatiebrieven.

Artikel 6:Presentatie van het college

1.De gekozen voorzitter van de Commissie wordt verzocht het gehele college van voorgedragen kandidaten en hun programma te presenteren in een plenaire vergadering van het Parlement, waarvoor de voorzitter van de Europese Raad en de voorzitter van de Raad worden uitgenodigd. De presentatie wordt gevolgd door een debat. Een fractie of leden die ten minste de lage drempel bereiken, kunnen een ontwerpresolutie indienen tot besluit van het debat. Artikel 136, leden 3 tot en met 8, is van toepassing.

2.Na de stemming over de ontwerpresolutie stemt het Parlement over de vraag of het al dan niet zijn goedkeuring hecht aan de benoeming van de gekozen voorzitter en de voorgedragen kandidaten als college. Het Parlement besluit bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen bij hoofdelijke stemming. Het kan de stemming tot de volgende vergadering uitstellen.

Artikel 7:Monitoren van door voorgedragen kandidaten tijdens hoorzittingen voorafgaand aan de benoeming gedane toezeggingen

De door voorgedragen kandidaten tijdens hoorzittingen voorafgaand aan de benoeming gedane toezeggingen en genoemde prioriteiten worden gedurende de gehele duur van de ambtstermijn geëvalueerd door de bevoegde commissie in het kader van de jaarlijkse structurele dialoog met de Commissie overeenkomstig paragraaf 1 van bijlage IV bij het kaderakkoord over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie.

Deel II – Ingrijpende herschikking van portefeuilles of wijziging van het college van commissarissen tijdens zijn ambtstermijn

Artikel 8:Vacatures

Wanneer een post vrijkomt door ontslagneming, gedwongen terugtreden of overlijden, nodigt het Parlement onverwijld de voorgedragen kandidaat uit om deel te nemen aan een hoorzitting voorafgaand aan de benoeming onder dezelfde voorwaarden als die welke zijn vastgesteld in deel I.

Artikel 9:Toetreding van een nieuwe lidstaat

In geval van toetreding van een nieuwe lidstaat nodigt het Parlement de voorgedragen kandidaat uit om deel te nemen aan een hoorzitting voorafgaand aan de benoeming onder dezelfde voorwaarden als die welke zijn vastgesteld in deel I.

Artikel 10:Ingrijpende herschikking van de portefeuilles

In geval van een ingrijpende herschikking van portefeuilles tijdens de ambtstermijn van de Commissie worden de betrokken commissarissen uitgenodigd om voor het aanvaarden van hun nieuwe verantwoordelijkheden deel te nemen aan een hoorzitting voorafgaand aan de benoeming onder dezelfde voorwaarden als die welke zijn vastgesteld in deel I.

Artikel 11:Stemming ter plenaire vergadering

In afwijking van de procedure in artikel 129, lid 7, vindt goedkeuring ter plenaire vergadering van de benoeming van een enkele commissaris bij geheime stemming plaats.

Laatst bijgewerkt op: 12 juli 2024Juridische mededeling-Privacybeleid