Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 12 maart 2024 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de definitie van strafbare feiten en sancties voor de schending van beperkende maatregelen van de Unie ( – C9-0401/2022 – )
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
–gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (),
–gezien artikel294, lid2, en artikel83, lid1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C9‑0401/2022),
–gezien Besluit (EU) 2022/2332 van de Raad van 28 november 2022 betreffende het aanmerken van de schending van beperkende maatregelen van de Unie als een vorm van criminaliteit die voldoet aan de in artikel 83, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde criteria(1), en in het bijzonder artikel 1 daarvan,
–gezien artikel294, lid3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
–gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 23maart 2023(2),
–gezien het overeenkomstig artikel74, lid4, van zijn Reglement door de bevoegde commissie goedgekeurde voorlopig akkoord en de door de vertegenwoordiger van de Raad bij brief van 20 december 2023 gedane toezegging om het standpunt van het Europees Parlement overeenkomstig artikel294, lid4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie goed te keuren,
–gezien artikel59 van zijn Reglement,
–gezien het advies van de Begrotingscommissie,
–gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A9-0235/2023),
1.stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2.verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;
3.verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 12 maart 2024 met het oog op de vaststelling van Richtlijn (EU) 2024/... van het Europees Parlement en de Raad betreffende de definitie van strafrechtelijke delicten en van sancties voor de schending van beperkende maatregelen van de Unie en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2018/1673
(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Richtlijn (EU) 2024/1226.)