HOOFDSTUK 4:MAATREGELEN IN GEVAL VAN NIET-NALEVING VAN DE GEDRAGSREGELS
Artikel 182:Onmiddellijke maatregelen
1.De Voorzitter roept een lid dat inbreuk maakt op de in artikel 10, lid 3 of lid 4, vastgestelde gedragsregels, tot de orde.
2.Bij herhaling van de inbreuk roept de Voorzitter het lid een tweede keer tot de orde en in dat geval wordt hiervan melding gemaakt in de notulen.
3.Indien de inbreuk aanhoudtof bij een nieuwe herhaling van de inbreuk kan de Voorzitter het lid het woord ontnemen en voor de verdere duur van de vergadering de toegang tot de vergaderzaal ontzeggen. In gevallenvan uitzonderlijke ernstkan de Voorzitter het betrokken lid ook onmiddellijk de toegang tot de vergaderzaal ontzeggenvoor de resterende duur van de vergadering, zonder het lid nogmaals tot de orde te roepen. De secretaris-generaal ziet onverwijld erop toe dat dergelijke tuchtmaatregelen met de hulp van de parlementaire bodes en zo nodig de veiligheidsdienst van het Parlement worden toegepast.
4.Wordt de orde zodanig verstoord dat voortzetting van de werkzaamheden in gevaar wordt gebracht, dan schorst de Voorzitter de vergadering voor bepaalde tijd om de orde te herstellen of sluit hij of zij de vergadering. Kan de Voorzitter zich geen gehoor meer verschaffen, dan verlaat hij of zij de voorzittersstoel enwordt de vergadering daardoorgeschorst. De Voorzitter roept op tot hervatting van de vergadering.
5.De Voorzitter kan beslissen de rechtstreekse uitzending van de vergadering te onderbreken bij een inbreuk op artikel 10, lid 3 of lid 4.
6.De Voorzitter kan gelasten onderdelen van een toespraak door een lid die een inbreuk vormen op artikel 10, lid 3 of lid 4, te verwijderen uit het audiovisuele verslag van de vergadering.
Die beslissing wordt onmiddellijk van kracht.Zij moet evenwel uiterlijk vier weken nadat zij is genomen of, indien het Bureau in die periode niet bijeenkomt, tijdens zijn eerstvolgende vergadering door het Bureau worden bekrachtigd.
7.De in de leden 1 tot en met 6 genoemde bevoegdheden worden op overeenkomstige wijze verleend aan degenen die vergaderingen van in het Reglement vastgestelde organen, commissies en delegaties, voorzitten.
8.Met inachtneming van de ernst van de inbreuk op de gedragsregels voor de ledenkan het lid dat een vergaderperiode, orgaan, commissie of delegatie voorzituiterlijk tot de volgende vergaderperiode of de volgende vergadering van het betrokken orgaan, de betrokken commissie of de betrokken delegatie zo nodig de Voorzitter verzoeken om artikel 183 toe te passen.