TITEL II:WETGEVINGS-, BEGROTINGS-, KWIJTINGS- EN OVERIGE PROCEDURES
HOOFDSTUK 3:GEWONE WETGEVINGSPROCEDURE
AFDELING 2 - TWEEDE LEZING
Artikel 68:Ontvankelijkheid van amendementen op het standpunt van de Raad
1.De bevoegde commissie, een fractie of leden die ten minste de lage drempel bereiken, kunnen op het standpunt van de Raad amendementen indienen ter behandeling ter plenaire vergadering.
2.Een amendement op het standpunt van de Raad is slechts ontvankelijk als het voldoet aan de artikelen 180 en 181 en beoogt:
(a)het door het Parlement in eerste lezing aangenomen standpunt geheel of gedeeltelijk te herstellen, of
(b)een compromis tussen de Raad en het Parlement tot stand te brengen, of
(c)een tekstgedeelte van het standpunt van de Raad te wijzigen, dat in het voor de eerste lezing ingediende voorstel niet of met andere inhoud voorkwam, of
(d)rekening te houden met een nieuw feit dat, respectievelijk een nieuwe juridische situatie die zich sinds de vaststelling van het standpunt van het Parlement in eerste lezing heeft voorgedaan.
Tegen het besluit van de Voorzitter om een amendement al dan niet ontvankelijk te verklaren is geen beroep mogelijk.
3.Indien er sinds de eerste lezing nieuwe verkiezingen hebben plaatsgevonden, maar er geen beroep is gedaan op artikel 61, kan de Voorzitter besluiten dat de in lid 2 neergelegde beperkingen inzake ontvankelijkheid niet van toepassing zijn.