Resolutie van het Europees Parlement van 12 februari 2019 over de behoefte aan een versterkt strategisch EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma voor de periode na 2020 en intensivering van de bestrijding van zigeunerhaat ()
Het Europees Parlement,
–gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie,
–gezien de mededeling van de Commissie van 5 april 2011 getiteld "Een EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma tot 2020" () en de daaropvolgende uitvoerings- en evaluatieverslagen,
–gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het Europees Verdrag voor de bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden,
–gezien de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens betreffende de erkenning van de Roma als een groep die behoefte heeft aan speciale bescherming tegen discriminatie,
–gezien Resolutie2153(2017) van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa over de bevordering van de inclusie van Roma en Travellers,
–gezien Richtlijn 2000/43/EG van de Raad van 29juni 2000 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming(1),
–gezien de aanbeveling van de Raad van 9december 2013 over doeltreffende maatregelen voor integratie van de Roma in de lidstaten(2), en de conclusies van de Raad van 8december 2016 over de versnelling van het proces van de integratie van de Roma en van 13oktober 2016 over speciaal verslag nr.14/2016 van de Europese Rekenkamer,
–gezien Kaderbesluit2008/913/JBZ van de Raad van 28november2008 betreffende de bestrijding van bepaalde vormen en uitingen van racisme en vreemdelingenhaat door middel van het strafrecht(3),
–gezien zijn resolutie van 25 oktober 2017 over de grondrechtelijke aspecten bij de integratie van Roma in de EU: bestrijding van zigeunerhaat(4),
–gezien zijn resolutie van 15april 2015 over de Internationale Dag van de Roma – zigeunerhaat en de erkenning door de EU van de herdenkingsdag van de genocide op Roma tijdens WOII(5),
–gezien het verslag over de grondrechten 2016 van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA), en de EU-MIDIS-enquêtes I en II van het FRA en diverse andere enquêtes en verslagen over de Roma,
–gezien het Europees burgerinitiatief "Minority SafePack", dat werd geregistreerd op 3 april 2017,
–gezien de relevante verslagen en aanbevelingen over maatschappelijke Roma-organisaties, ngo's en onderzoeksinstellingen;
–gezien artikel123, lid2, van zijn Reglement,
A.overwegende dat zigeunerhaat(6) een specifieke vorm van racisme is, een ideologie die stoelt op rassuperioriteit, een vorm van ontmenselijking en op historische discriminatie gebaseerd institutioneel racisme, die onder meer tot uiting komt in geweld, haatpropaganda, uitbuiting, stigmatisering en schaamteloze discriminatie(7);
B.overwegende dat de Roma(8) in Europa nog steeds hun fundamentele mensenrechten worden ontzegd;
C.overwegende dat in de conclusies van het verslag van de Commissie over de evaluatie van het EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma tot 2020 () wordt onderstreept dat "het kader cruciaal is geweest voor de ontwikkeling van Europese en nationale instrumenten en structuren ter bevordering van inclusie van de Roma. De ambitie om "een eind [te] maken aan de uitsluiting van de Roma" is echter niet verwezenlijkt";
D.overwegende dat uit de door de Commissie uitgevoerde beoordeling blijkt dat bij integratiestrategieën verschillende doelstellingen tegelijkertijd moeten worden nagestreefd, als onderdeel van een brede aanpak met een sterkere nadruk op de bestrijding van zigeunerhaat; overwegende dat een specifieke doelstelling betreffende de bestrijding van discriminatie moet worden toegevoegd aan de vier doelstellingen voor de integratie van de Roma (onderwijs, huisvesting, werkgelegenheid en gezondheid);
E.overwegende dat de vooruitgang bij de integratie van de Roma over het algemeen beperkt is; overwegende dat vooruitgang is waargenomen op het gebied van voortijdig schoolverlaten en onderwijs voor jonge kinderen, maar dat een verslechtering is opgetreden wat betreft segregatie in het onderwijs; overwegende dat sprake is van verbetering van de eigen perceptie van de gezondheidsstatus van Roma, maar dat Roma nog altijd beperkt medisch gedekt zijn; overwegende dat in de meeste lidstaten geen verbetering is waargenomen op het gebied van de toegang tot werkgelegenheid, en het aandeel Roma-jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen zelfs is toegenomen; overwegende dat er ernstige bezorgdheid bestaat met betrekking tot huisvesting en er maar weinig voortuitgang is geboekt betreffende armoede; overwegende dat zigeunerhaat en de uitingen ervan, zoals haatmisdrijven en haatpropaganda, online en offline, nog altijd aanleiding tot ernstige zorgen geven; overwegende dat EU-maatregelen beschouwd worden als maatregelen met een belangrijke toegevoegde voor nationale beleidsmaatregelen voor de Roma en de uitvoering ervan op politiek, financieel en bestuursgebied;
F.overwegende dat uit de evaluatie de tekortkomingen in de aanvankelijke opzet van het kader blijken alsook de beperkte doeltreffendheid ervan in de uitvoeringsfase;
G.overwegende dat uit de evaluatie naar voren komt dat ervoor moet worden gezorgd dat de positie van de Roma en hun deelname aan de samenleving worden versterkt door middel van gerichte maatregelen; overwegende dat de versterking van de positie en capaciteitsopbouw van de Roma en ngo's van wezenlijk belang zijn;
H.overwegende dat uit de evaluatie blijkt dat in het EU-kader niet voldoende aandacht is geschonken aan specifieke groepen onder de Roma, dat meervoudige en intersectionele discriminatie moeten worden aangepakt en dat er behoefte is aan een sterk genderperspectief en een op kinderen gerichte aanpak in de strategieën;
I.overwegende dat het in het huidige EU-kader aan duidelijke doelstellingen en meetbare streefdoelen ontbreekt; overwegende dat er onvoldoende kwalitatieve en kwantitatieve toezichtprocedures zijn en dat de landspecifieke aanbevelingen niet bindend zijn; overwegende dat er onvoldoende maatregelen zijn getroffen om de beperkte betrokkenheid van individuele Roma en Roma-gemeenschappen bij de opzet van het kader en de uitvoering en evaluatie van en het toezicht op maatregelen, programma's en projecten gericht op Roma, aan te pakken;
J.overwegende dat de Roma geen deel uitmaken van de meeste algemene programma's, en dat gerichte, door de structuurfondsen gefinancierde acties niet tot positieve veranderingen op langere termijn van de levensomstandigheden van de meest kansarme Roma hebben geleid;
K.overwegende dat de lidstaten een duidelijke verantwoordelijkheid hebben om corrigerende maatregelen te nemen tegen praktijken waarbij Roma worden gediscrimineerd;
L.overwegende dat het opbouwen van vertrouwen tussen Roma en niet-Roma van wezenlijk belang is om de levensomstandigheden en -kansen van de Roma te kunnen verbeteren; overwegende dat vertrouwen essentieel is voor de samenleving in haar geheel;
1.herhaalt zijn standpunt, oproepen een aanbevelingen zoals opgenomen en aangenomen in zijn resolutie van 25 oktober 2017 over de grondrechtelijke aspecten bij de integratie van Roma in de EU: bestrijding van zigeunerhaat; betreurt dat slechts beperkt vervolg is gegeven aan de in deze resolutie opgenomen aanbevelingen;
2.verzoekt de Commissie:
i.
vervolg te geven aan de oproepen van het Parlement, de Raad en vele ngo's en deskundigen en een strategisch EU-kader voor te stellen betreffende de nationale strategieën voor integratie van de Roma voor de periode na 2020 met een bredere reeks prioritaire gebieden, duidelijke en bindende doelstellingen, termijnen en indicatoren voor het toezicht op en de aanpak van de specifieke uitdagingen, waarbij rekening wordt gehouden met de diversiteit van de Roma-gemeenschappen, en hieraan aanzienlijke financiële middelen toe te wijzen;
ii.
vertegenwoordigers van de Roma, ngo's en het Europees netwerk van nationale organen voor de bevordering van gelijke behandeling (Equinet) voldoende te betrekken bij de opzet van het strategische EU-kader, onder andere door middel van een zichtbare en toegankelijke raadplegingprocedure, en ervoor te zorgen dat zij op betekenisvolle wijze kunnen deelnemen aan de uitvoering en evaluatie ervan en het toezicht erop, waardoor hun controle erover toeneemt;
iii.
de bestrijding van zigeunerhaat in het centrum van het strategische EU-kader te plaatsen, onder meer door een specifieke doelstelling betreffende de bestrijding van discriminatie toe te voegen aan de andere doelstellingen, zoals de integratie van de Roma in een ecologisch duurzame, digitale samenleving en hun gelijke vertegenwoordiging op alle gebieden van het leven, en de lidstaten aan te moedigen gerichte strategieën en concrete acties op te zetten om zigeunerhaat te bestrijden, naast een van de uitingen ervan, namelijk maatschappelijke en economische uitsluiting;
iv.
ervoor te zorgen dat meervoudige en intersectionele discriminatie, gendermainstreaming en een aanpak waarbij met kinderen rekening wordt gehouden, naar behoren aan bod komen in het strategische EU-kader;
v.
ervoor te zorgen dat zij voldoende menselijke en financiële middelen toewijst om over de noodzakelijke capaciteiten te beschikken om toezicht te houden en ondersteuning en sturing te bieden betreffende de uitvoering van de nationale strategieën voor integratie van de Roma, met inbegrip van sturing aan de nationale contactpunten voor de Roma (NRCP's);
vi.
het Bureau voor de grondrechten (FRA) te versterken (mandaat, institutionele capaciteit, personeel en begroting) opdat het kan bijdragen aan de opzet, uitvoering en evaluatie van en het toezicht op de nationale strategieën voor integratie van de Roma;
vii.
een strategie inzake diversiteit en inclusie op de werkvloer vast te stellen met het oog op de vertegenwoordiging van de Roma in het personeelsbestand van de EU-instellingen;
viii.
in het strategische EU-kader aandacht te besteden aan specifieke groepen binnen de Roma-bevolking, zoals Roma uit de EU die gebruik maken van hun recht op vrij verkeer, onderdanen van derde landen en Roma in toetredingslanden;
ix.
een proces voor waarheidsvinding, erkenning en verzoening in het strategische EU-kader op te nemen om vertrouwen op te bouwen, en concrete culturele en structurele maatregelen en initiatieven, die door EU-middelen worden ondersteund, te benadrukken;
x.
het inclusieve karakter van het algemene overheidsbeleid van de lidstaten in het kader van het Europees Semester binnen de Europa 2020-strategie, te blijven controleren, en een sterk verband te handhaven tussen inclusieve structurele hervormingen, de verwezenlijking van doelstellingen voor de integratie van de Roma en het gebruik van EU-middelen in de lidstaten;
3.verzoekt de lidstaten:
i.
hun nationale strategieën voor integratie van de Roma voor de periode na 2020 voor te bereiden met een brede reeks prioritaire gebieden, duidelijke en bindende doelstellingen, termijnen en indicatoren voor het toezicht op en de aanpak van de specifieke uitdagingen, waarbij rekening wordt gehouden met de diversiteit van hun Roma-gemeenschappen, en hieraan aanzienlijke publieke middelen toe te wijzen;
ii.
een bottom-upbenadering te volgen en Roma-vertegenwoordigers, -gemeenschappen, ngo's en organen voor de bevordering van gelijke behandeling te betrekken bij de opzet van hun nationale strategieën voor integratie van de Roma (strategieën), en ervoor te zorgen dat zij op betekenisvolle wijze aan de uitvoering en evaluatie van en het toezicht op deze strategieën kunnen deelnemen;
iii.
de bestrijding van zigeunerhaat in het centrum van hun strategieën te plaatsen, naast een van de uitingen van zigeunerhaat, namelijk maatschappelijke en economische uitsluiting; gerichte strategieën en concrete acties op te zetten om zigeunerhaat te bestrijden, zoals onderzoeken naar racistische aanvallen tegen Roma in het heden en het verleden; en gelijke vertegenwoordiging van Roma op alle gebieden van het leven aan te moedigen, waaronder in de media, overheidsinstellingen en politieke organen;
iv.
ervoor te zorgen dat meervoudige en intersectionele discriminatie, gendermainstreaming en een aanpak waarbij met kinderen rekening wordt gehouden, naar behoren aan bod komen in hun strategieën;
v.
kinderen expliciet als prioriteit te beschouwen bij het programmeren en uitvoeren van hun nationale strategieën voor de integratie van de Roma; wijst andermaal op het belang van de bescherming en bevordering van gelijke toegang tot alle rechten voor Romakinderen;
vi.
De NRCP's te versterken (mandaat, institutionele capaciteit, personeel en begroting) en ervoor te zorgen dat deze contactpunten een gepaste plaats krijgen binnen de structuur van hun overheden om deze in staat te stellen hun werk te doen door middel van doeltreffende sectoroverschrijdende coördinatie;
vii.
in hun strategieën aandacht te besteden aan specifieke groepen binnen de Roma-bevolking, zoals Roma uit de EU die gebruik maken van hun recht op vrij verkeer, en onderdanen van derde landen, met inbegrip van Roma uit toetredingslanden;
viii.
een proces voor waarheidsvinding, erkenning en verzoening in hun strategieën op te nemen om vertrouwen op te bouwen, en concrete culturele en structurele maatregelen en initiatieven die door overheidsmiddelen worden ondersteund te benadrukken;
ix.
te zorgen voor en toe te zien op het daadwerkelijk inclusieve karakter van hun algemene overheidsbeleid, en de beschikbare EU-structuurfondsen te gebruiken om de levensomstandigheden en -kansen van de Roma te verbeteren en dit op transparante wijze en onder aflegging van verantwoording te doen; onderzoeken in te stellen naar misbruik in het heden en het verleden van betrokken middelen en juridische stappen te ondernemen tegen de daders ervan; de noodzakelijke maatregelen te nemen om te zorgen voor de absorptie van alle voor Roma-gemeenschappen bestemde middelen, ook vóór de afloop van het huidige MFK;
4.verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, de regeringen en de parlementen van de lidstaten en de kandidaat-lidstaten, het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, het Comité van de Regio's, voor verspreiding naar subnationale parlementen en raden, de Raad van Europa, en de Verenigde Naties.
Het woord "Roma" wordt gebruikt als een overkoepelende term die betrekking heeft op verscheidene verwante, al dan niet sedentaire bevolkingsgroepen in heel Europa, zoals de Roma, Travellers, Sinti, Manoesjen, Kalé, Romanichels, Boyash, Ashkali, Egyptians, Yenish, Dom en Lom, die niet noodzakelijk dezelfde cultuur en levensstijl hebben.