Ϸվ

Ontwerpresolutie - B10-0194/2024Ontwerpresolutie
B10-0194/2024

ONTWERPRESOLUTIEover de verkiezing van de Commissie

25.11.2024-()

ingediend tot besluit van het debat over de presentatie, door de gekozen voorzitter van de Commissie, van het college van commissarissen en het Commissieprogramma
ingediend overeenkomstig artikel129, lid6, van het Reglement

Manon Aubry, Martin Schirdewan
namens de Fractie The Left

10‑0194/2024

Resolutie van het Europees Parlement over de verkiezing van de Commissie

()

Het Europees Parlement,

gezien artikel17, lid7, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel106bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

gezien Besluit (EU)2024/1862[1] van de Europese Raad van 27juni2024, waarin hij UrsulavonderLeyen voordraagt als kandidaat voor het voorzitterschap van de Commissie,

gezien de beleidslijnen voor de volgende Commissie die de kandidaat voor het voorzitterschap van de Commissie op 18juli2024 heeft gepresenteerd,

gezien zijn besluit van 18juli2024[2] houdende verkiezing van UrsulavonderLeyen tot voorzitter van de Commissie,

gezien Besluit (EU)2024/2086 van de Europese Raad van 24juli 2024 houdende benoeming van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid[3],

gezien Besluit (EU)2024/2517 van de Raad van 19september2024, dat in onderlinge overeenstemming met de gekozen voorzitter van de Commissie is vastgesteld, houdende goedkeuring van de lijst met de andere personen die hij voordraagt voor benoeming tot lid van de Commissie[4],

gezien de hoorzittingen met de voorgedragen commissarissen die de bevoegde parlementaire commissies van 4 tot 12november2024 hebben gehouden, en de beoordelingen van de voorgedragen commissarissen die na afloop van deze hoorzittingen zijn uitgevoerd,

gezien het feit dat de gekozen voorzitter van de Commissie op 27november2024 ter plenaire vergadering het college van commissarissen en het Commissieprogramma heeft gepresenteerd,

gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien de beginselen van democratie, transparantie en verantwoordingsplicht, die ten grondslag liggen aan de Europese Unie,

gezien zijn resolutie van 16september2021 over de versterking van de transparantie en integriteit in de EU-instellingen door de oprichting van een onafhankelijk ethisch orgaan van de EU[5],

gezien zijn resolutie van 16februari2023 over de oprichting van een onafhankelijk ethisch orgaan van de EU[6],

gezien zijn resolutie van 12juli2023 over de oprichting van het ethische orgaan van de EU[7],

gezien artikel129, lid6, van en bijlageVII bij zijn Reglement,

A.overwegende dat het Parlement overeenkomstig zijn Reglement, met name artikel129 en bijlageVII, artikel2, bijzondere aandacht moet besteden aan het genderevenwicht in de toekomstige Commissie;

B.overwegende dat in zijn Reglement, en met name in artikel129 en artikel2 van bijlageVII, ook staat dat het Parlement van de voorgedragen commissarissen verwacht dat zij informatie betreffende hun financiële belangen volledig openbaar maken;

C.overwegende dat de voor juridische zaken bevoegde commissie overeenkomstig het Reglement van het Europees Parlement, met name artikel129 en artikel3 van bijlageVII, de opgaven van belangen controleert en nagaat of de inhoud van de opgave van de voorgedragen kandidaat waarheidsgetrouw en volledig is;

D.overwegende dat in artikel129 van het Reglement en in artikel5 van bijlageVII is bepaald dat de commissies na de hoorzitting voorafgaand aan de benoeming onverwijld bijeenkomen om een evaluatie te maken van de afzonderlijke voorgedragen kandidaten;

E.overwegende dat tijdens het doorlichtingsproces zeven evaluaties en 26beoordelingen zonder motivering zijn uitgesteld, hetgeen in strijd is met de procedurele vereisten en aanleiding geeft tot ernstige bezorgdheid over de integriteit van het proces;

F.overwegende dat de uitgestelde evaluatievergaderingen twee tot drie uur vóór hun feitelijke aanvang officieel bijeengeroepen zijn, zonder voorafgaande mededeling en zonder enige vorm van coördinatie tussen de betrokken commissies, waardoor bepaalde coördinatoren niet aanwezig konden zijn;

G.overwegende dat de vertragingen en de manier waarop de grote fracties achterkamertjespolitiek gefaciliteerd lijken te hebben het vertrouwen in de transparantie en eerlijkheid van de procedure hebben aangetast en de procedure en het Parlement als geheel in diskrediet hebben gebracht;

H.overwegende dat het Parlement, als enige rechtstreeks verkozen EU-instelling, een cruciale rol moet spelen bij de handhaving van de democratische verantwoordingsplicht binnen de Unie, en overwegende dat deze rol steeds verder wordt ingeperkt;

I.overwegende dat commissarissen, wanneer zij in functie zijn, tot wel30000EUR per maand verdienen; overwegende dat een alleenstaande werknemer zonder kinderen in de Europese Unie in2023 een gemiddeld maandsalaris van 2351EUR verdiende;

J.overwegende dat historische echecs, zoals het ontslag van de Commissie-Santer in1999, illustratief zijn voor de risico’s die voortvloeien uit onvoldoende parlementaire controle;

1.veroordeelt ten stelligste de inbreuken op de procedure en de manier waarop het Parlement zijn eigen Reglement schendt en veronachtzaamt in elke fase van het doorlichtings- en screeningsproces van het college van commissarissen;

2.is ontsteld over de maskerade die het controleproces van belangenverklaringen vormt, dat nog steeds versneld en op een oppervlakkige manier met gesloten deuren wordt uitgevoerd, een geringere omvang heeft dan in2019, over onvoldoende hulpmiddelen beschikt en geen enkele onderzoeksbevoegdheid heeft;

3.benadrukt dat het door de Commissie verstrekte model voor de verklaring van financiële belangen door de voorgedragen commissarissen nog altijd gebaseerd is op een eigen beoordeling van potentiële of feitelijke belangenconflicten van de kandidaten en niet voldoet aan de strenge normen die zijn afgekondigd door en verwacht kunnen worden van de Europese uitvoerende macht;

4.herinnert eraan dat de voorzitter en de coördinatoren overeenkomstig artikel129 en artikel5 van bijlageVII bij het Reglement na de hoorzitting voorafgaand aan de benoeming onverwijld bijeenkomen om een evaluatie te maken van de voorgedragen kandidaten en deze goed te keuren dan wel af te wijzen;

5.betreurt het uitstel en het gebrek aan transparantie van de evaluatievergaderingen, hetgeen lijkt te duiden op de wil om ondoorzichtige politieke onderhandelingen voorrang te geven boven democratische verantwoordingsplicht;

6.veroordeelt ten stelligste dat kandidaten die overduidelijk niet gekwalificeerd zijn voor hun portefeuille als gevolg van deze achterkamertjespolitiek zonder enige controle van betekenis zijn goedgekeurd;

7.veroordeelt dat de uitgestelde vergaderingen extreem kort van tevoren bijeengeroepen zijn (twee tot drie uur vóór de eigenlijke aanvang), zonder voorafgaande mededeling en zonder enige vorm van coördinatie tussen de betrokken commissies, waardoor bepaalde coördinatoren de vergadering niet konden bijwonen en hun fracties niet konden vertegenwoordigen tijdens de beoordeling van bepaalde voorgedragen commissarissen;

8.herinnert eraan dat het Parlement als enige rechtstreeks verkozen EU-instelling de taak heeft de uitvoerende macht ter verantwoording te roepen; wijst erop dat het Parlement in plaats daarvan afstand heeft gedaan van zijn verantwoordelijkheid, zijn eigen integriteit en geloofwaardigheid heeft ondermijnd en de EU-burgers heeft verraden;

9.benadrukt dat deze onregelmatigheden de geloofwaardigheid van het Parlement als democratische stem van de EU-burgers ondermijnen en afbreuk doen aan zijn bevoegdheid om op te treden als orgaan dat de uitvoerende macht effectief controleert;

10.dringt er bij de Commissie en het Parlement op aan onmiddellijk interne hervormingen van betekenis door te voeren om de integriteit van het doorlichtingsproces te waarborgen, en met name:

a)verlangt dat de Commissie haar modelverklaring van financiële belangen van de voorgedragen commissarissen herziet;

b)herhaalt zijn reeds eerder gedane oproep om een verbeterd onafhankelijk ethisch orgaan te belasten met de taak om potentiële en feitelijke belangenconflicten van voorgedragen commissarissen aan een grondige beoordeling te onderwerpen;

c)dringt aan op verplichte naleving van de procedurele termijnen voor evaluaties;

d)verzoekt uitdrukkelijk om verbetering van de transparantiemechnismen teneinde achterkamertjespolitiek te voorkomen;

e)verzoekt om herziening van het Reglement van het Parlement met het oog op het vaststellen van mechanismen die inclusievere besluitvorming waarborgen, met name ten aanzien van de kleinere fracties;

11.dringt aan op versterking van de parlementaire controlemechanismen om misbruik in de toekomst te voorkomen en de democratische legitimiteit van de Commissie te waarborgen;

12.herhaalt dat de verantwoordelijkheid van het Parlement om kandidaat-commissarissen te evalueren niet kan worden omzeild met geheime onderhandelingen en politiek marchanderen tussen de grootste fracties in achterkamertjes zonder enige vorm van transparantie of verantwoordingsplicht, waarmee kleinere fracties en dus een aanzienlijk deel van de EU-burgers hun rechten worden ontnomen;

13.benadrukt dat deze Commissie het resultaat is van een nieuwe parlementaire coalitie waarvan rechtse en extreemrechtse fracties deel uitmaken en die de komende vijf jaar de politieke agenda zal bepalen;

14.waarschuwt dat de voortdurende uitholling van de rol van het Parlement het risico met zich meebrengt dat eerdere institutionele crises, zoals het ontslag van de Commissie-Santer in1999, zich herhalen;

15.betreurt dat de Commissie-von der Leyen niet voldoet aan de normen inzake genderevenwicht;

16.onderstreept nogmaals dat de buitensporig hoge salarissen van commissarissen in schril contrast staan tot de realiteit van werknemers in de hele EU, wat ertoe leidt dat commissarissen beleid uitvoeren dat geen effectief antwoord vormt op de dagelijkse noden en problemen van werknemers;

17.veroordeelt het feit dat de Commissie openstaat voor het externaliseren van asielbeleid en daarbij een voorbeeld neemt aan de pogingen van de Italiaanse regering om detentiecentra in niet-EU-landen op te zetten, en onderstreept dat dit een flagrante schending vormt van de in artikel2van het Verdrag betreffende de Europese Unie vervatte waarden;

18.betreurt dat de Commissie geen ambitieus klimaatbeleid formuleert om de klimaatcrisis aan te pakken;

19.betreurt dat het college van commissarissen en het programma dat het voorstelt niet voldoen aan de verwachtingen van de EU-burgers en geen antwoord hebben op de diverse crises waarmee de EU en haar lidstaten te maken hebben, zoals de-industrialisatie, hoge energieprijzen en gebrekkige toegang tot overheidsdiensten, en andere problemen;

20.hekelt de bezuinigingsmaatregelen die het toekomstige college van commissarissen en de lidstaten voornemens zijn uit te voeren in een tijd waarin overheidsinvesteringen in pensioenen, vervoer, gezondheidszorg en onderwijs onontbeerlijk zijn;

21.verwerpt de door het college van commissarissen voorgestelde agenda die militarisering en een oorlogseconomie bevordert;

22.is verontrust over het ontbreken van een commissaris voor Werkgelegenheid en Sociale Zaken, waaruit blijkt dat deze beleidsterreinen voor dit college van commissarissen geen politieke prioriteit hebben en dat het geen beleid op dit gebied zal voeren; onderstreept dat er daarentegen dringend resoluut moet worden opgetreden om huisvesting betaalbaar te maken, de lonen te verhogen, banenverlies te voorkomen, de arbeidsomstandigheden te verbeteren en armoede en toenemende ongelijkheid te bestrijden; dringt in dit verband aan op wetgevingsinitiatieven en adequate financiering op EU-niveau om deze doelstellingen efficiënt te verwezenlijken, waarbij verder wordt gegaan dan eenvoudige uitwisselingen van goede praktijken of intentieverklaringen;

23.veroordeelt ten stelligste de aanwezigheid van twee extreemrechtse kandidaten onder de voorgedragen commissarissen en het feit dat de Commissie voor het eerst een extreemrechtse vicevoorzitter zal hebben; herinnert eraan dat extreemrechts beleid, indien dit wordt uitgevoerd, zich systematisch vertaalt in gewelddadige en gerichte aanvallen op de rechten van werknemers, vrouwen, vakbonden en minderheden, alsook in bezuinigings- en belastingbeleid dat de rijke bevolking ten goede komt;

24.betreurt dat er niet langer een volwaardig commissaris voor Gelijkheid is, waaruit blijkt dat de rechten van vrouwen, lhbtiq+‑personen en kwetsbare groepen voor dit college van commissarissen geen politieke prioriteit zijn en dat het op dit gebied geen beleid voert;

25.verlangt dat de Commissie ervoor zorgt dat de associatieovereenkomst tussen de EU en Israël, alsook alle handels- en wapenovereenkomsten van de EU met de staat Israël, worden opgeschort vanwege de voortdurende en systematische schending van de mensenrechten en de misdaden tegen de menselijkheid die Israël pleegt in het kader van de aanhoudende genocide in Gaza;

26.verlangt dat de Commissie en de lidstaten zich houden aan de onlangs door het Internationaal Strafhof uitgevaardigde aanhoudingsbevelen tegen BenjaminNetanyahu en YoavGallant wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid;

27.verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Europese Raad, de Raad en de Commissie.

Laatst bijgewerkt op: 26 november 2024
Juridische mededeling-Privacybeleid