Ϸվ

De Rekenkamer

De Europese Rekenkamer (de Rekenkamer) is belast met het controleren van de financiën van de EU. In haar hoedanigheid van externe auditor van de EU draagt de Rekenkamer bij aan het verbeteren van het financieel beheer van de EU en treedt zij op als onafhankelijk hoedster van de financiële belangen van de burgers van de Unie.

Rechtsgrondslag

  • Artikelen285 tot en met 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).
  • Verordening (EU, Euratom)2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, (zie met name titelXIV inzake externe audit en kwijting).

Structuur

A. Leden

1. Aantal

Eén lid per lidstaat: met het Verdrag van Nice werd de praktijk die tot op dat moment gangbaar was, officieel vastgelegd. De Rekenkamer telt dus in beginsel 27leden.

2. Voorwaarden

De leden moeten:

  • in hun eigen land behoren of behoord hebben tot de externe controle-instanties of bijzonder gekwalificeerd zijn voor de betrokken functie;
  • alle waarborgen voor onafhankelijkheid bieden.

3. Procedure voor de benoeming

De leden worden benoemd:

  • door de Raad bij gekwalificeerde meerderheid van stemmen;
  • op voordracht van de lidstaat voor de betrokken zetel;
  • na raadpleging van het Europees Parlement.

B. Ambtstermijn

1. Duur

De leden worden voor een hernieuwbare termijn van zesjaar benoemd.

2. Statuut

De leden van de Rekenkamer genieten dezelfde voorrechten en immuniteiten als de rechters van het Hof van Justitie.

3. Plichten

De leden van de Rekenkamer oefenen hun ambt volledig onafhankelijk uit. Dit betekent dat ze:

  • geen aanwijzingen van buitenaf mogen vragen of aanvaarden;
  • zich moeten onthouden van iedere handeling die onverenigbaar is met hun taken;
  • geen andere beroepswerkzaamheden, al dan niet tegen beloning, mogen verrichten;
  • door het Hof van Justitie uit hun ambt kunnen worden ontheven als zij niet aan deze voorwaarden voldoen.

C. Organisatie

De leden van de Rekenkamer kiezen uit hun midden een president voor een termijn van drie jaar, die hernieuwd kan worden.

De Rekenkamer is opgebouwd rond vijf kamers die bevoegd zijn voor specifieke terreinen van uitgaven en ontvangsten:

  • Kamer I: Duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen;
  • Kamer II: Investeringen ten behoeve van cohesie, groei en inclusie;
  • Kamer III: Externe maatregelen, veiligheid en justitie;
  • Kamer IV: Marktregulering en concurrerende economie;
  • Kamer V: Financiering en administratie van de Unie.

Elke kamer heeft twee verantwoordelijkheidsterreinen: ten eerste de opstelling van speciale verslagen, specifieke jaarverslagen en adviezen, en ten tweede de uitwerking van de ontwerpopmerkingen voor de jaarverslagen over de algemene begroting van de EU en de Europese Ontwikkelingsfondsen, alsmede van de ontwerpadviezen die door de Rekenkamer moeten worden vastgesteld.

De Rekenkamer telt ongeveer 980personeelsleden en is gevestigd in Luxemburg.

Taken

A. De controles door de Rekenkamer

1. Bevoegdheidsgebied

Onder de bevoegdheid van de Rekenkamer vallen alle verrichtingen in verband met de ontvangsten en uitgaven van de Europese Unie en van elk door de EU opgericht orgaan. De Rekenkamer voert haar controles uit om een redelijke zekerheid te verkrijgen ten aanzien van:

  • de betrouwbaarheid van de jaarlijkse rekeningen van de Europese Unie (financiële controle);
  • de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen (nalevingsgerichte controle); alsmede
  • het goed financieel beheer (doelmatigheidscontrole).

2. Controlemethodologie

De Rekenkamer oefent permanent controles uit. De controles kunnen plaatsvinden vóór de afsluiting van het desbetreffende begrotingsjaar. De controle geschiedt aan de hand van stukken en zo nodig ter plaatse, dat wil zeggen bij:

  • EU-instellingen en -agentschappen;
  • elk orgaan dat namens de EU ontvangsten en uitgaven beheert;
  • elke natuurlijke of rechtspersoon die EU-middelen ontvangt.

De controle in de lidstaten gebeurt in samenwerking met de nationale hoge controle-instanties. De gecontroleerden zijn gehouden de Rekenkamer alle bescheiden en informatie te verstrekken die zij voor het vervullen van haar opdracht nodig acht.

De Rekenkamer beschikt niet over onderzoeksbevoegdheden. Daarom meldt zij gevallen van mogelijke fraude en corruptie aan het Europees Bureau voor fraudebestrijding en/of het Europees Openbaar Ministerie, die de zaken vervolgens behandelen overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden.

3. Controleverslagen

Na de controles publiceert de Rekenkamer:

  • jaarverslagen over de uitvoering van de EU-begroting en het Europees Ontwikkelingsfonds, met inbegrip van de betrouwbaarheidsverklaring, gericht op naleving en regelmatigheid (uiterlijk 15november); sinds 2022 worden prestatieaspecten opnieuw behandeld in het kader van de jaarverslagen en in speciale verslagen (in tegenstelling tot de jaarverslagen betreffende de prestaties van de EU-begroting in de jaren2019-2021);
  • specifieke jaarverslagen over de agentschappen, gedecentraliseerde organen en gemeenschappelijke ondernemingen van de EU;
  • speciale verslagen over onderwerpen van belang, in het bijzonder op het vlak van goed financieel beheer en specifieke uitgaven- of beleidsterreinen;
  • analyses die betrekking hebben op beleids- en beheerthema’s vanuit een breed perspectief, waarin nog niet gecontroleerde gebieden of kwesties worden geanalyseerd, of waarmee een feitelijke basis wordt gelegd voor bepaalde onderwerpen.

B. Raadgevende bevoegdheden

Krachtens artikel287, lid4, VWEU kunnen de andere instellingen de Rekenkamer desgewenst om advies vragen. De Rekenkamer is verplicht advies te geven wanneer de Raad:

  • financiële verordeningen vaststelt houdende voorschriften voor de opstelling en uitvoering van de begroting alsmede voor rekening en verantwoording en controle van de rekeningen;
  • de regels en de procedure bepaalt volgens welke de eigen middelen van de EU ter beschikking van de Commissie worden gesteld;
  • de regels vaststelt betreffende de verantwoordelijkheid van de financiële controleurs, ordonnateurs en rekenplichtigen; dan wel
  • maatregelen met betrekking tot fraudebestrijding vaststelt.

Jaarverslagen van de Rekenkamer betreffende het begrotingsjaar2022

A.

Het totale foutenpercentage van de uitgaven steeg van 3,0% in 2021 tot 4,2% in 2022. Van de gecontroleerde uitgaven betrof 66% uitgaven met een hoog risico, dat wil zeggen voornamelijk betalingen op basis van vergoedingen, waarvoor complexe regels en subsidiabiliteitscriteria gelden. Dit soort betalingen wordt dikwijls verricht in het kader van het cohesiebeleid en de programma’s voor plattelandsontwikkeling, die in gedeeld beheer tussen de Commissie en de lidstaten worden uitgevoerd.

Het geschatte foutenpercentage voor dit soort betalingen bedraagt 6% (in vergelijking met 4,7% in 2021 en 4,0% in 2020), wat boven de materialiteitsdrempel ligt en als “van diepgaande invloed” werd aangemerkt. De Rekenkamer heeft derhalve voor het vierde achtereenvolgende jaar een afkeurend oordeel afgegeven over de regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen (in plaats van een oordeel met beperking zoals het geval was voor de jaren2016-2018), waarbij gewezen werd op aanhoudende problemen die moeten worden aangepakt.

Naast haar controle van de uitgaven in het kader van de reguliere EU-begroting heeft de Rekenkamer een afzonderlijk advies uitgebracht over de uitgaven in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (RRF). Zij zal dit blijven doen gedurende de looptijd van de faciliteit. Middelen uit de RRF worden uitbetaald zodra bepaalde mijlpalen en streefdoelen zijn bereikt. De Rekenkamer controleerde alle 13subsidiebetalingen die in 2022 waren verricht ten bedrage van 46,9miljardEUR, met inbegrip van gerelateerde verrekeningen van voorfinanciering ten bedrage van 6,8miljardEUR, en controleerde of de 281mijlpalen en streefdoelen met betrekking tot deze subsidiebetalingen waren verwezenlijkt, met inbegrip van de voorlopige beoordelingen door de Commissie. Zij constateerde dat 15 van de 281mijlpalen en streefdoelen waren beïnvloed door regelmatigheidskwesties en niet op bevredigende wijze waren verwezenlijkt of niet voldeden aan de subsidiabiliteitsvoorwaarden. Hoewel de minimale financiële impact naar schatting dicht bij de materialiteitsdrempel ligt, wordt er geen foutenpercentage verstrekt, aangezien de methode van de Commissie voor het opschorten van betalingen gebaseerd is op oordelen en dus vatbaar is voor interpretaties. De Rekenkamer beveelt de Commissie aan de voorlopige beoordelingen en controles achteraf te verbeteren om a) ervoor te zorgen dat de betalingen tijdens de subsidiabiliteitsperiode worden verricht en dat de subsidies niet worden gebruikt ter vervanging van terugkerende nationale begrotingsuitgaven; en b) ervoor te zorgen dat reeds bereikte streefdoelen en mijlpalen niet worden teruggedraaid. Bovendien moet de Commissie nagaan of in de herziene plannen alle mijlpalen en streefdoelen duidelijk zijn gedefinieerd en of alle belangrijke elementen van een maatregel worden gedekt door mijlpalen en streefdoelen.

B. – Hoofdstuk3 van het jaarverslag

Voor 2019, 2020 en 2021 heeft de Rekenkamer als onderdeel van een proefproject haar jaarverslag opgesplitst in twee delen: een eerste deel bestaande uit haar jaarverslag over de betrouwbaarheid van de EU-rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, en een tweede deel bestaande uit een verslag over de prestaties met betrekking tot uitgavenprogramma’s in het kader van de EU-begroting.

In 2022 heeft de Rekenkamer het jaarlijkse prestatieverslag stopgezet en de prestatieaspecten opnieuw opgenomen in hoofdstuk3 van het jaarverslag. Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de resultaten van 28speciale verslagen van de Rekenkamer in 2022 op vijf strategische gebieden, namelijk i) de respons op COVID-19-pandemie, ii) concurrentievermogen, iii) weerbaarheid en Europese waarden, iv) klimaatverandering, het milieu en natuurlijke hulpbronnen en v) het begrotingsbeleid en de overheidsfinanciën. Na de samenvatting van de kernboodschappen voor elk gebied worden in het jaarverslag voorbeelden gegeven van acties van de Commissie in het kader van de follow-up van de speciale verslagen en worden de reacties van het Europees Parlement en de Raad samengevat.

Rol van het Europees Parlement

De Rekenkamer werd in 1977 opgericht op initiatief van het Parlement en is sinds 1993 een instelling van de Unie. Sindsdien ondersteunt de Rekenkamer het Parlement en de Raad bij de verrichting van de controle op de uitvoering van de begroting. Met name de jaarverslagen en de speciale verslagen vormen de basis voor de jaarlijkse kwijtingsprocedure van het Parlement.

De leden van de Rekenkamer wordt verzocht hun verslagen tijdens commissievergaderingen te presenteren en vragen van leden van het Europees Parlement te beantwoorden, voornamelijk in de Commissie begrotingscontrole (CONT) van het Parlement, maar ook tijdens gezamenlijke vergaderingen van de commissie CONT met een of meer gespecialiseerde commissies of, bij gelegenheid, in gevallen van beperkt belang voor de commissie CONT, alleen in een gespecialiseerde commissie. De Rekenkamer en de commissie CONT houden elk jaar vergaderingen waarin leden van de commissie CONT met de leden van de Rekenkamer hun politieke prioriteiten, het jaarlijks werkprogramma van de Rekenkamer, de gedetailleerde regelingen voor samenwerking enz. bespreken. Een keer per jaar woont de president van de Rekenkamer een vergadering van de Conferentie van commissievoorzitters van het Parlement bij om het jaarlijks werkprogramma van de Rekenkamer te presenteren en alle commissies te verzoeken hun voorstellen voor de volgende programmering in te dienen. Het Parlement doet over deze onderwerpen ook voorstellen in zijn jaarlijkse resoluties over het verlenen van kwijting aan de Rekenkamer.

Het is ook vermeldenswaard dat de commissie CONT hoorzittingen organiseert met de kandidaat-leden van de Rekenkamer. Daarnaast maken de leden van het Europees Parlement gebruik van de expertise van de Rekenkamer bij het opstellen van wetgeving met betrekking tot financiële kwesties.

Meer informatie over dit onderwerp vindt u op de website van de Commissie begrotingscontrole.

Vera Milicevic