De Europese Unie en haar handelspartners
In de loop der jaren is de Europese Unie op handelsvlak een nieuwe weg ingeslagen. In plaats van zich toe te leggen op de arbeidsintensieve productie van goederen met een geringe waarde, specialiseert zij zich nu in hoogwaardige merkproducten. In de open economie van de EU staat handel centraal. De EU is dan ook medeoprichter van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), waar de EU ook vandaag de dag een belangrijke rol speelt. Om handelsbelemmeringen weg te nemen en een gelijk speelveld voor Europese bedrijven te creëren, sluit de EU met haar handelspartners een aantal vrijhandelsovereenkomsten.
Rechtsgrond
Artikel207 van het (VWEU), waarin is bepaald dat de gemeenschappelijke handelspolitiek een exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie is.
De centrale positie van de EU
De EU, China en de Verenigde Staten zijn de en waren in2023 goed voor respectievelijk ongeveer 17,5%, 17% en 25,7% van het mondiale bruto binnenlands product (bbp). De EU heeft dankzij haar bbp van circa 17biljoenEUR en het open karakter van haar markt een centrale rol gespeeld bij het vormgeven van het wereldhandelssysteem, onder meer door de WTO te ondersteunen. Economische openheid heeft de EU veel voordelen opgeleverd. Meer dan 30miljoen banen in de EU zijn afhankelijk van de externe handel en de wereldwijde economische groei zal naar verwachting vooral buiten Europa worden gerealiseerd. Nieuwe spelers in de wereldeconomie en technologische ontwikkelingen zoals digitalisering hebben gezorgd voor veranderingen in de structuur en de patronen van de internationale handel. De huidige wereldeconomie is een nauw verweven netwerk en de traditionele handel in eindproducten heeft grotendeels plaatsgemaakt voor wereldwijde toeleveringsketens.
Hoewel de wereldwijde financiële crisis van 2009 negatieve gevolgen had voor de economische prestaties van de EU, heeft zij een relatief sterke positie in de handel in goederen weten te behouden en tegelijkertijd haar toonaangevende rol in de handel in diensten kunnen versterken. De COVID-19-pandemie heeft de wereldwijde economische groei vertraagd en een discussie over het terughalen van productieactiviteiten naar Europa (“reshoring”) op gang gebracht. Reshoring zal waarschijnlijk in kritieke sectoren selectief worden toegepast en de wereldwijde toeleveringsketens zullen in zekere mate versnipperd raken doordat er steeds meer afzonderlijke aanbieders van goederen en diensten op de markt komen.
De rol van de Europese Commissie en het Europees Parlement
De internationale handel was een van de eerste gebieden waarop de lidstaten besloten hun soevereiniteit te bundelen. In dit verband gaven de lidstaten de Commissie de opdracht om zich namens hen met handelszaken bezig te houden en onder meer te onderhandelen over internationale handelsovereenkomsten. De EU treedt met andere woorden op als een eenheid en onderhandelt namens al haar lidstaten over zowel bilaterale als multilaterale handelsovereenkomsten. Zoals blijkt uit de zaken die ze bij het stelsel voor geschillenbeslechting van de WTO aanhangig heeft gemaakt, is de EU in staat om bij internationale handelsgeschillen op te komen voor haar eigen belangen. De EU maakt ook gebruik van internationale handelsinstrumenten om haar waarden en beleid uit te dragen en levert inspanningen zodat haar regelgevingspraktijken wereldwijd ingang vinden, met een traditionele voorkeur voor open en eerlijke internationale handelssystemen.
Dankzij het Verdrag van Lissabon in2009 ging het Parlement hierin een belangrijkere rol spelen doordat het op gelijke voet met de Raad medewetgever werd op het gebied van handel en investeringen. Door het Verdrag kreeg het Parlement ook een actievere rol bij de onderhandelingen over en de ratificatie van internationale handelsovereenkomsten, want de goedkeuring van het Parlement is voortaan verplicht. Sommige aspecten van het handelsbeleid vallen echter nog steeds onder de bevoegdheid van de lidstaten. Op 16mei 2017 heeft het Hof van Justitie van de EuropeseUnie (HvJ-EU) een advies gepubliceerd dat helderheid verschafte over de verdeling van de bevoegdheden tussen de lidstaten en de EU.
Handelspolitiek en beleidslijnen
Toen in het eerste decennium van de 21eeeuw de multilaterale onderhandelingen binnen de WTO over de ontwikkelingsagenda van Doha vastliepen, moest de EU op zoek naar alternatieve manieren om een betere toegang tot de markten van landen buiten de EU te waarborgen. Hiertoe introduceerde de Unie een nieuwe generatie van brede vrijhandelsovereenkomsten, die verder gaan dan tariefverlagingen en de handel in goederen. De eerste vrijhandelsovereenkomst van de “nieuwe generatie” werd gesloten met Zuid-Korea en trad formeel in werking in december2015, na ratificatie door het Parlement. Andere voorbeelden van het nieuwe beleid zijn de meerpartijenhandelsovereenkomst tussen de EU en Peru, Colombia en later Ecuador (sinds 2016), die sinds 2013 van kracht is, de associatieovereenkomst met de landen van Midden-Amerika (Honduras, Nicaragua, Panama, Costa Rica, El Salvador en Guatemala), waarvan de handelspijler sinds 2013 voorlopig wordt toegepast, de Brede Economische en Handelsovereenkomst tussen de EU en Canada (CETA), die sinds september2017 voorlopig wordt toegepast, de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Singapore, van kracht sinds eind 2019, en de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Vietnam, die sinds medio 2020 van kracht is. Op 1februari 2019 is een economische partnerschapsovereenkomst met Japan in werking getreden. Op 13 december 2023 hebben de Unie en Chili de gemoderniseerde Geavanceerde Kaderovereenkomst tussen de EU en Chili ondertekend, die op 29februari 2024 door het Europees Parlement is goedgekeurd. De vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Nieuw-Zeeland is op 22november 2023 door het Europees Parlement goedgekeurd.
Sinds de onderhandelingen met de Verenigde Staten over het Trans-Atlantisch Partnerschap voor handel en investeringen (TTIP) in 2016 zijn opgeschort, heeft de EU zich gericht op overeenkomsten met de Verenigde Staten op specifieke gebieden, zoals de tarieven op industriegoederen of de conformiteitsbeoordeling. Onderhandelingen over een handelsovereenkomst met de oprichtende leden van Mercosur zijn in 2019 afgerond en de ontwerpovereenkomst moet nog worden geratificeerd. De EU heeft ook onderhandelingen opgestart over vrijhandelsovereenkomsten met Indonesië, Tunesië, de Filipijnen en Australië. De onderhandelingen met India zijn in 2021 opnieuw van start gegaan en die met Thailand in 2023. De onderhandelingen met Maleisië zullen worden hervat zodra de omstandigheden zich daartoe lenen.
Door de COVID-19-pandemie liep de internationale handel in goederen in 2020 en 2021 aanzienlijk terug, wat ook gold voor de EU en haar voornaamste handelspartners. De ongerechtvaardigde en niet-uitgelokte Russische oorlog tegen Oekraïne heeft een grote uitwerking gehad op de markten voor energie en levensmiddelen.
In februari2021 heeft de Commissie haar toetsing van het handelsbeleid getiteld “” gepresenteerd, waarmee ze de koers voor het handelsbeleid tot 2030 wilde uitzetten. Deze toetsing is de opvolger van de strategie “Handel voor iedereen” van 2015 en weerspiegelt de geopolitieke veranderingen die zich sindsdien hebben voorgedaan, doordat er bovenop de algemeen bekende begrippen van “billijkheid” en “duurzaamheid” ook termen als “daadkracht” en “veerkracht” in het handelsbeleid worden opgenomen. Met deze toetsing wil de Commissie ervoor zorgen dat het handelsbeleid opgewassen is tegen de huidige uitdagingen, en de groene en de digitale transitie vergemakkelijken door “open strategische autonomie” na te streven.
Belangrijkste handelspartners van de EU
Europa is ’swerelds grootste exporteur van eindproducten en diensten. In 2023 werden EU-goederen in de eerste plaats uitgevoerd naar de Verenigde Staten (19,7% van de totale uitvoer), gevolgd door het Verenigd Koninkrijk (13%), dat China (8,8%) inhaalde. in 2022 waren Zwitserland (7%) en Turkije (4%).
Wat de handel in diensten betreft, waren de in 2022, gevolgd door het VK en Zwitserland.
Investeringen
De EU is wereldwijd de grootste investeerder en een belangrijke ontvanger van buitenlandse directe investeringen (BDI). Met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon in 2009 is de exclusieve bevoegdheid van de EU op het gebied van de internationale handel verder uitgebreid, waardoor buitenlandse directe investeringen nu ook onder deze bevoegdheid vallen. Om het toepassingsgebied van haar bevoegdheden op het gebied van investeringen te verduidelijken, heeft de Commissie het Europese Hof van Justitie om advies gevraagd over de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Singapore. Uit van het Hof van2017 bleek dat buitenlandse directe investeringen grotendeels onder de bevoegdheid van de EU vallen, op enkele uitzonderingen na, vooral wat betreft geschillenbeslechting[1].
Aandeel van wereldwijde BDI in2022 (in miljardUSD en % van het totaal)
Voorraad inkomende BDI | Voorraad uitgaande BDI | |
---|---|---|
Wereld (in miljard USD) | 44252,759(100%) | 39852,940(100%) |
EU | 11170,459(25,24%) | 12726,307(31,9%) |
Verenigde Staten | 10461,684(23,64%) | 8048,114(20,19%) |
China | 3822,449(8,64%) | 2931,653(7,4%) |
Canada | 1439,848(3,25%) | 2033,032(5,1%) |
Japan | 225,367(0,5%) | 1948,555(4,9%) |
VK | 2698,563(6,1%) | 2203,114(5,5%) |
Bron: Berekeningen van het directoraat-generaal Extern Beleid van de Unie van het Europees Parlement op basis van cijfers van de Europese Commissie/Eurostat
De EU heeft in december 2020 haar onderhandelingen met China over een brede investeringsovereenkomst in beginsel afgerond, maar de overeenkomst moet nog worden geratificeerd. De investeringsbeschermingsovereenkomsten met Singapore en Vietnam zijn respectievelijk in 2019 en 2020 geratificeerd. De EU is tevens over investeringen beginnen te onderhandelen met Myanmar, en zal nagaan of hetzelfde mogelijk is met Taiwan en Hongkong. Onderhandelingen met Iran worden overwogen als het land tot de WTO toetreedt. In december2020 heeft de EU ook een handels- en samenwerkingsovereenkomst met het VK gesloten, die het Parlement in mei2021 heeft goedgekeurd. De overeenkomst tussen de EU en het VK voorziet in nultarieven voor de handel in goederen en heeft ook betrekking op investeringen en diverse andere beleidsterreinen.
Bezoek de website van het Europees Parlement over handel en globalisering.
Wolfgang Igler