Ϸվ

Ontwerpresolutie - B10-0127/2025Ontwerpresolutie
B10-0127/2025

ONTWERPRESOLUTIEover het toenemend geweld in het oosten van de Democratische Republiek Congo

10.2.2025-()

naar aanleiding van verklaringen van de Raad en de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel136, lid2, van het Reglement

Ingeborg TerLaak, Michael Gahler, Lukas Mandl, Sebastião Bugalho, Wouter Beke
namens de PPE-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutieRC-B10-0102/2025

ʰdzܰ:
Stadium plenaire behandeling
ٴdzܳԳٱԳ⳦ܲ:
B10-0127/2025
Ingediende teksten :
B10-0127/2025
Debatten :
Stemmingen :
Aangenomen teksten :

10‑0127/2025

Resolutie van het Europees Parlement over het toenemend geweld in het oosten van de Democratische Republiek Congo

()

Het Europees Parlement,

gezien zijn eerdere resoluties over de Democratische Republiek Congo (DRC) en het gebied van de Grote Meren,

gezien de conclusies van de Raad van 20februari 2023 getiteld “Een vernieuwde EU-strategie voor de Grote Meren: bijdragen aan de transformatie van de onderliggende oorzaken van instabiliteit in gedeelde kansen”,

gezien de verklaring van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid van 25januari 2025 namens de EU over de meest recente escalatie in het oosten van de DRC,

gezien het memorandum van overeenstemming van 26oktober 2023 tussen de EU en de Democratische Republiek Congo over duurzame grondstoffen,

gezien het memorandum van overeenstemming van 19februari 2023 tussen de EU en Rwanda over waardeketens voor duurzame grondstoffen,

gezien de brief van 27december 2024 van de Groep deskundigen van de VN inzake de DCR aan de voorzitter van de VN-Veiligheidsraad,

gezien de persverklaring van de VN-Veiligheidsraad van 26januari 2025 over de situatie in de Democratische Republiek Congo,

gezien resolutie1533(2004) van de VN-Veiligheidsraad van 12maart 2004,

gezien artikel136, lid2, van zijn Reglement,

A.overwegende dat de grondstoffenrijke en multi-etnische oostelijke regio van de DRC al tientallen jaren wordt geplaagd door geweld, oorlog en onvoorstelbaar menselijk leed; overwegende dat de langdurige gevolgen van de verschrikkelijke Rwandese genocide op de Tutsi’s in 1994 tot op de dag van vandaag geweld, haat en gedwongen ontheemding aanwakkeren;

B.overwegende dat op 27januari 2025 de rebellengroep M23, die ongeveer 2000soldaten omvat, de controle heeft gekregen over Goma, de hoofdstad van de provincie Noord‑Kivu in de DCR en een centraal knooppunt met twee miljoen inwoners; overwegende dat talrijke VN-rapporten de aanwezigheid van 3000tot 4000Rwandese soldaten in de DRC hebben bevestigd, die samenwerken met M23 en deelnemen aan gevechtsoperaties; overwegende dat M23, tijdens haar eerste openbare bijeenkomst op 6februari 2025, terwijl haar strijders naar Zuid‑Kivu oprukten, heeft herhaald dat zij “heel Congo” wil “bevrijden”;

C.overwegende dat er talrijke VN-rapporten zijn over de illegale smokkel van mineralen uit de DRC naar Rwanda, dat deze mineralen vervolgens op de internationale markt verkoopt en daarbij beweert dat ze afkomstig zijn uit Rwanda; overwegende dat de Rwandese uitvoer van goud en coltan de afgelopen jaren sterk is toegenomen;

D.overwegende dat uit talrijke rapporten van de Groep deskundigen van de VN inzake de DRC blijkt dat Rwanda de militaire rebellengroep M23 steunt; overwegende dat Rwanda zelfs een groot aantal soldaten naar de DRC heeft gestuurd; overwegende dat de M23 in 2012 Goma korte tijd heeft bezet, maar dat Rwanda zijn steun aan de rebellenmacht onder internationale druk en vanwege een verlaging van de ontwikkelingsfinanciering heeft stopgezet;

E.overwegende dat de reeds zeer schrijnende humanitaire situatie sinds de heropleving van M23 verder is verslechterd, met een compleet gebrek aan humanitaire hulp, gedwongen uitzettingen uit kampen voor intern ontheemden en een toename van geweld tegen onschuldige burgers, waaronder een sterke toename van seksueel geweld tegen meisjes en vrouwen;

F.overwegende dat M23-strijders na een staakt-het-vuren dat verscheidene jaren heeft geduurd, eind 2021 de wapens weer hebben opgenomen; overwegende dat de staat van beleg sinds 2021 in het oosten van de DRC van kracht is en dat de burgerregering is vervangen door het leger;

G.overwegende dat zich vóór dit meest recente hoofdstuk in de crisis al 800000 intern ontheemden op overbevolkte locaties voor ontheemden rond Goma bevonden; overwegende dat vóór de huidige escalatie al meer dan 6,4miljoen mensen ontheemd waren in het hele land (onder wie alleen al 2,9miljoen nieuwe ontheemden in 2024);

H.overwegende dat de centrale regering van de DRC al tientallen jaren niet in staat is volledige controle uit te oefenen over het uitgestrekte grondgebied van de DRC, met name het oosten van de DRC; overwegende dat meer dan 100rebellengroepen misbruik hebben gemaakt van dit vacuüm en vaak door buurlanden worden gesteund, onder meer om de toegang tot de vele natuurlijke hulpbronnen in het oosten van de DRC zeker te stellen; overwegende dat rebellengroepen vaak kindsoldaten rekruteren in een flagrante schending van het internationaal recht en een aanval op de menselijkheid;

I.overwegende dat het conflict wordt aangewakkerd door de smokkel van mineralen, zoals tin, wolfraam, coltan (tantaal), goud en diamanten, die vaak in onmenselijke omstandigheden worden gewonnen; overwegende dat gewapende groepen de mijnbouwgebieden en smokkelroutes controleren en dat met name goud en coltan over de grens met Rwanda (en Uganda) worden gebracht en van daaruit worden verkocht als “conflictvrije” grondstoffen; overwegende dat de regering van de DRC schat dat zij jaarlijks 1miljardUSD aan inkomsten verliest uit grondstoffen die illegaal het land uit zijn gebracht; overwegende dat naast statelijke en rebellenactoren van buiten de DRC ook veel Congolese actoren uit de veiligheidssector deel uitmaken van deze complexe onderlinge afhankelijkheden;

J.overwegende dat op 8februari 2025 tijdens een gezamenlijke top in DaresSalaam, de regionale blokken van zuidelijk Afrika, de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika (SADC), en van oostelijk Afrika, de Oost-Afrikaanse Gemeenschap (EAC), hebben opgeroepen tot een onmiddellijk en onvoorwaardelijk staakt-het-vuren, de terugtrekking van niet-uitgenodigde buitenlandse strijdkrachten uit het grondgebied van de DRC hebben geëist, alle strijdende partijen hebben opgeroepen om binnen vijf dagen vredesbesprekingen te houden, en de heropening hebben geëist van de luchthaven van Goma en andere belangrijke routes om humanitaire hulp te faciliteren; overwegende dat de Afrikaanse Unie deze kwestie zal bespreken tijdens een bijeenkomst in AddisAbeba op 14februari 2025; overwegende dat er nog andere bemiddelingsinspanningen worden geleverd, met name door Frankrijk, dat alle actoren rond de onderhandelingstafel wil brengen;

K.overwegende dat het memorandum van overeenstemming tussen de EU en Rwanda over waardeketens voor duurzame grondstoffen gericht is op vooruitgang op het gebied van zorgvuldigheid en traceerbaarheid, samenwerking bij de bestrijding van de illegale handel in grondstoffen en afstemming op internationale milieu-, sociale en bestuurlijke normen; overwegende dat de EU een soortgelijk memorandum van overeenstemming heeft gesloten met de DRC en andere landen in de regio;

L.overwegende dat Rwanda herhaaldelijk heeft beweerd dat de DRC rebellen van de Democratische Strijdkrachten voor de Bevrijding van Rwanda (FDLR) steunt, een extremistische groepering die de regering in Rwanda omver wil werpen; overwegende dat de FDLR ook wordt beschuldigd van guerrilla-aanvallen en aanvallen op burgers, zoals de moord op de voormalige Italiaanse ambassadeur LucaAttanasio in 2021; overwegende dat de regering in Kinshasa eind 2023 een verklaring heeft gepubliceerd waarin werd verklaard dat alle soldaten die met de FDLR samenwerken, zouden worden gearresteerd; overwegende dat Rwanda beweert dat de regering van de DRC militair niet in staat is om te zorgen voor volledige veiligheid in het oosten van het land;

M.overwegende dat Uganda en de DRC op vele manieren hebben samengewerkt, onder meer bij hun inspanningen om terrorisme in de regio te bestrijden; overwegende dat dit heeft geleid tot een grotere Ugandese aanwezigheid in het oosten van de DRC, wat tevens heeft geleid tot een toename van illegale transporten van mineralen uit het oosten van de DRC naar Uganda;

N.overwegende dat een particulier Roemeens beveiligingsbedrijf en een klein aantal onafhankelijke militaire opleiders sinds begin 2023 actief waren voor de regering van de DRC, maar zich eind januari2025, toen de gevechten heviger werden, grotendeels hebben teruggetrokken;

O.overwegende dat de stabilisatiemissie van de Verenigde Naties in de Democratische Republiek Congo (MONUSCO) sinds 1999 probeert het oosten van de DRC te stabiliseren; overwegende dat de SADC-missie in de Democratische Republiek Congo sinds december2023 wordt ingezet, met 2100 soldaten uit Tanzania en Malawi en 2900 soldaten uit Zuid-Afrika;

P.overwegende dat het publieke sentiment in Kinshasa tegen het vermeende niet-optreden van de internationale gemeenschap heeft geleid tot aanvallen op en plundering van de diplomatieke missies van Frankrijk, België, Nederland, de VerenigdeStaten, Rwanda, Uganda, Kenia en de VerenigdeNaties, alsook van maatschappelijke organisaties;

Q.overwegende dat de EU haar aanwezigheid in de regio probeert te versterken, onder meer door haar recente steun voor het programma “Groene Corridor Kivu‑Kinshasa” via een Global Gateway-initiatief, dat tot doel heeft bij te dragen aan de totstandbrenging van een duurzame corridor van 2600km tussen het oosten van de DRC enerzijds en Kinshasa en de Atlantische kust anderzijds, met een oppervlakte van 540000km²;

R.overwegende dat de Commissie nieuwe humanitaire steun voor de DRC heeft aangekondigd, met een initieel bedrag van 60miljoenEUR voor 2025; overwegende dat de EU een belangrijke donor is bij de humanitaire respons in de DRC en sinds begin 2023 meer dan 272miljoenEUR aan humanitaire hulp heeft verstrekt;

S.overwegende dat de DRC duidelijk kritiek heeft geuit op de illegale aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne en steun heeft verleend aan talrijke resoluties van de VN en andere internationale fora waarin de Russische aanvalsoorlog en expansie worden veroordeeld;

T.overwegende dat de Raad op 1september 2024 JohanBorgstam heeft benoemd tot speciale vertegenwoordiger van de EU voor het gebied van de Grote Meren;

1.veroordeelt met klem de schendingen van de soevereiniteit en territoriale integriteit van het oosten van de DRC door de rebellen van M23 en Rwanda;

2.dringt er bij de Rwandese regering op aan haar troepen terug te trekken uit het grondgebied van de DRC, waarvan de aanwezigheid een duidelijke schending is van het internationaal recht en het VN-Handvest, en de samenwerking met de M23-rebellen stop te zetten; onderstreept dat de territoriale integriteit van de DRC moet worden geëerbiedigd;

3.verzoekt alle regionale actoren hun steun aan de talrijke rebellengroepen stop te zetten; vraagt daarom dat onder meer M23 en de FDLR worden ontbonden; onderstreept dat, naast Rwanda en de DRC, alle regionale actoren in dit verband een bijzondere verantwoordelijkheid dragen;

4.herinnert eraan dat alleen met een inclusieve en regionale aanpak de veelzijdige, reeds lang bestaande problemen in de regio aan de orde gesteld en aangepakt kunnen worden; is zeer ingenomen met de gezamenlijke vredestop van de SADC en de EAC in Dar es Salaam op 8februari 2025; spreekt in dit verband nogmaals zijn volledige steun uit voor de processen van Luanda en Nairobi en roept alle landen in het gebied van de Grote Meren, in het bijzonder de DRC en Rwanda, op de onderhandelingen in deze kaders met spoed voort te zetten; benadrukt dat elke oplossing ook de onderliggende oorzaken van het conflict moet aanpakken, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de illegale handel in natuurlijke hulpbronnen; onderstreept dat regionale organisaties, zoals de Afrikaanse Unie, de SADC en de EAC, bij al deze inspanningen een centrale rol moeten spelen; onderstreept tevens dat een duurzame oplossing een hervorming van de veiligheidssector in de DRC vereist, met een beter georganiseerd leger en bestuur van de DRC;

5.uit zijn bezorgdheid over het gebrek aan samenhang in de EU-respons op de crises in het gebied van de Grote Meren en verzoekt de Raad de uitvoering van zijn vernieuwde EU-strategie voor de Grote Meren opnieuw te beoordelen; herinnert eraan dat de EU en haar speciale vertegenwoordiger voor de regio bereid zijn alle bemiddelingsinspanningen te ondersteunen; dringt er bij de EU op aan samen te werken met andere actoren ter plaatse, met name MONUSCO, om de bescherming van burgers in het oosten van de DRC te waarborgen;

6.is ontzet over het schokkende gebruik van seksueel geweld als repressie- en oorlogswapen in het oosten van de DRC, alsook over de onaanvaardbare rekrutering van kindsoldaten door de verschillende rebellengroepen; eist dat deze kwesties onverwijld door de internationale gemeenschap aan de orde worden gesteld; herhaalt met klem dat elke aanval op door de VN gemandateerde strijdkrachten onverdedigbaar is en als een oorlogsmisdaad zou kunnen worden beschouwd;

7.is diep verontwaardigd over de humanitaire ramp en het gebrek aan humanitaire hulp en is bezorgd dat de crisis verder zal ontaarden als er niet onmiddellijk actie wordt ondernomen, waaronder betere humanitaire toegang en verbetering van de gezondheidssituatie; is ernstig bezorgd over de humanitaire situatie van honderdduizenden, zo niet miljoenen ontheemden in het oosten van de DRC en in de DRC als geheel; onderstreept dat alle landen in de regio een wettelijke en morele verplichting hebben om de veiligheid van internationale hulpverleners op hun grondgebied te waarborgen; onderstreept dat Rwanda een bijzondere verantwoordelijkheid heeft om de humanitaire toegang tot de regio te vergemakkelijken;

8.betuigt zijn medeleven met alle slachtoffers van het recente geweld en spreekt zijn dank uit aan de talrijke hulpverleners die, ondanks de zeer moeilijke en uitdagende omstandigheden, de broodnodige steun blijven verlenen aan de bevolking;

9.veroordeelt nogmaals haatzaaiende uitlatingen en vreemdelingenhaat, evenals op etniciteit gebaseerde politiek; onderstreept dat alle verantwoordelijken voor het in stand houden van de gewapende conflicten, de instabiliteit en de onveiligheid in de DRC ter verantwoording moeten worden geroepen;

10.verzoekt om een dringende verhoging van het totale EU-budget voor steun aan de regio, met name gezien de onzekere toekomstige betrokkenheid van de Amerikaanse regering;

11.spreekt zijn ernstige bezorgdheid uit over de toenemende aanwezigheid van desinformatiecampagnes; veroordeelt met name de inspanningen van Rusland om antiwesterse gevoelens aan te wakkeren door nepnieuws over westerse spelers op sociale media te verspreiden;

12.verzoekt de Commissie haar betrekkingen met Rwanda met spoed te herzien en een reeks mogelijke maatregelen voor te bereiden met duidelijke uitvoeringstrajecten, indien de Rwandese regering haar beleid niet snel ongedaan maakt, waaronder een mogelijke opschorting van bilaterale bijstand en een stopzetting van het memorandum van overeenstemming over waardeketens voor duurzame grondstoffen;

13.verzoekt de lidstaten te overwegen om aanvullende beperkende maatregelen aan te nemen tegen natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of organen die het gewapende conflict, de instabiliteit of de onveiligheid in de DRC in stand houden, steunen of ervan profiteren, evenals degenen die verantwoordelijk zijn voor het aanzetten tot geweld of die profiteren van het gewapende conflict, onder meer door de illegale exploitatie van en handel in natuurlijke hulpbronnen;

14.dringt er bij de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de lidstaten op aan de militaire bijstand aan de Rwandese strijdkrachten via de Europese Vredesfaciliteit onmiddellijk stop te zetten;

15.uit zijn bezorgdheid over de toenemende aanwezigheid van Chinese actoren in de mijnbouwsector van de DRC en in de regio, die handelen zonder respect voor economische en sociale verantwoordelijkheden; herinnert eraan dat Europese industrieën en bedrijven in de regio alleen voorzieningszekerheid op lange termijn zullen hebben als er een langdurige en vreedzame oplossing voor het conflict wordt gevonden;

16.veroordeelt ten stelligste de aanval op diplomatieke instellingen van de EU, haar lidstaten en maatschappelijke organisaties, zoals politieke stichtingen in Kinshasa, en onderstreept dat de bescherming van burgers en diplomatiek personeel moet worden gewaarborgd; eist dat de daders voor de rechter worden gebracht;

17.verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, en de regeringen van Burundi, de Democratische Republiek Congo, Ethiopië, Kenia, Malawi, Mozambique, Rwanda, Zambia, Tanzania, Uganda, Zimbabwe en Zuid‑Afrika, alsook aan de secretariaten van MONUSCO, de SADC en de EAC.

Laatst bijgewerkt op: 12 februari 2025
Juridische mededeling-Privacybeleid