Ϸվ

Gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek

De Europese Unie heeft een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) ingevoerd om het gemakkelijker te maken geharmoniseerde statistieken voor de regio’s te verzamelen, te ontwikkelen en te publiceren. Dit hiërarchische systeem wordt verder gebruikt voor sociaaleconomische analyses van de regio’s en de inpassing van acties in het kader van het cohesiebeleid van de EU.

Rechtsgrond

Verordening (EG) nr.1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26mei 2003. Deze verordening is verschillende keren gewijzigd (in2005, 2008, 2013 en2017), voornamelijk naar aanleiding van de toetreding van nieuwe lidstaten tot de EU. De meest recente wijziging in2017 bracht vrij grondige veranderingen mee: 1) de juridische erkenning van territoriale typologieën ten behoeve van Europese statistieken; 2) de vaststelling van de basisdefinities en statistische criteria voor de verschillende territoriale typologieën; 3) de waarborging van een geharmoniseerde en transparante toepassing en inzet van de territoriale typologieën op EU-niveau en in de lidstaten; en 4) de verduidelijking van de delegatie van bevoegdheden aan de Commissie.

Daarnaast zijn de bijlagen diverse malen gewijzigd door middel van verordeningen van de Commissie. De meest recente actualisering werd in december2022 aangenomen en heeft, zoals gewoonlijk het geval is, betrekking op de administratieve territoriale indeling van verschillende lidstaten. Wat de doorgifte van gegevens aan de Commissie (Eurostat) betreft, geldt het geactualiseerde systeem vanaf 1januari 2024.

Doelstellingen

Statistieken voor de regio’s vormen een essentieel onderdeel van het Europees statistisch systeem en liggen ten grondslag aan de vaststelling van regionale indicatoren. De aard daarvan werd aan het begin van de jaren zeventig vastgesteld op grond van onderhandelingen tussen de nationale bureaus voor de statistiek van de lidstaten en Eurostat, het Bureau voor de statistiek van de Europese Unie.

Gebruikers van statistieken vragen steeds vaker om harmonisatie op Europees niveau, teneinde over vergelijkbare gegevens voor de hele EU te kunnen beschikken. Om het verzamelen, doorgeven en publiceren van geharmoniseerde statistieken voor de regio’s mogelijk te maken heeft de EU de NUTS-nomenclatuur opgesteld.

Doordat er bij Verordening (EG) nr. 1059/2003 één enkel juridisch kader is ingesteld, wordt de stabiliteit van de statistieken voor de regio’s blijvend gewaarborgd.

Structuur

De NUTS-nomenclatuur deelt het economische grondgebied van de lidstaten op, met inbegrip van hun extraregionaal gebied, dat bestaat uit delen van het economische grondgebied die niet bij een bepaalde regio kunnen worden ondergebracht, te weten het nationale luchtruim, de territoriale wateren en het continentaal plat, territoriale enclaves (ambassades, consulaten en militaire bases) en de in de internationale wateren buiten het continentaal plat gelegen aardolie- en aardgasvelden die door ingezeten eenheden worden geëxploiteerd.

Om vergelijkbare statistieken voor de regio’s te creëren zijn geografische zones met een vergelijkbare bevolkingsomvang nodig. Verder moet rekening worden gehouden met de politieke, bestuurlijke en institutionele situatie. Zo nodig moeten niet-bestuurlijke eenheden ook economische, sociale, historische, culturele, geografische of milieuomstandigheden weerspiegelen.

De NUTS-nomenclatuur hanteert een hiërarchische onderverdeling van elke lidstaat in drie niveaus: ճ1, ճ2 en ճ3. Het tweede en derde niveau zijn respectievelijk een verdere onderverdeling van het eerste en het tweede niveau. Lidstaten mogen deze hiërarchie verder uitbreiden door het NUTS-niveau3 verder onder te verdelen.

De huidige ճ2021-classificatie is geldig vanaf 1januari 2021 en bevat een lijst van 92regio’s op ճ1-niveau, 242regio’s op ճ2-niveau en 1166regio’s op ճ3-niveau.

Werking

A. Definitie

De definitie van “territoriale eenheden” is gebaseerd op de bestaande bestuurlijke eenheden in de lidstaten. Een bestuurlijke eenheid wordt gedefinieerd als een geografisch gebied met een bestuursorgaan dat bevoegd is om voor dat gebied bestuurlijke of beleidsbeslissingen te nemen binnen het juridische en institutionele kader van de betrokken lidstaat.

De bestaande bestuurlijke eenheden die voor de hiërarchische NUTS-nomenclatuur worden gebruikt, worden opgesomd in bijlageII bij Verordening (EG) nr.1059/2003. Voorbeelden hiervan zijn:

1. ճ1: de “gewesten/régions” in België; de “Länder” in Duitsland; de “Continente”, “Região dos Açores” en “Região da Madeira” in Portugal.

2. ճ2: de “provincies/provinces” in België; de “comunidades y ciudades autónomas” in Spanje; de “régions” in Frankrijk; de “Länder” in Oostenrijk.

3. ճ3: de “amtskommuner” in Denemarken; de “départements” in Frankrijk; de “län” in Zweden; de “megyék” in Hongarije; de “kraje” in Tsjechië; de “oblasti” in Bulgarije.

De NUTS-nomenclatuur wordt aangevuld met een systeem van lokale bestuurlijke eenheden (LBE’s). De lokale bestuurlijke eenheden vormen de bouwstenen van het NUTS-systeem en bestaan uit de gemeenten van de Europese Unie; in iedere lidstaat wordt het NUTS-niveau3 door de LBE’s onderverdeeld in een of twee verdere niveaus van territoriale eenheden. Daarnaast wordt de NUTS-nomenclatuur aangevuld met zogeheten rastercellen, die gebruikt worden om op het bevolkingsaantal gebaseerde territoriale typologieën te berekenen. De Commissie (Eurostat) houdt typologieën van de Unie bij die zijn samengesteld uit territoriale eenheden op het niveau van NUTS, LBE’s en rastercellen, en maakt deze bekend in de daarvoor bestemde rubriek van haar website.

B. Drempelwaarde

Het NUTS-niveau van een bestuurlijke eenheid wordt bepaald op grond van het inwoneraantal:

Niveau Minimaal Maximaal
ճ1
ճ2 800000
ճ3 150000 800000

Indien in een lidstaat voor een bepaald niveau van de nomenclatuur geen bestuurlijke eenheden van passende omvang bestaan, wordt dit niveau gevormd door samenvoeging van een toereikend aantal bestaande kleinere op elkaar aansluitende bestuurlijke eenheden. De aldus ontstane eenheden worden “niet-bestuurlijke eenheden” genoemd.

C. Wijzigingen

Wijzigingen in de NUTS-nomenclatuur kunnen in de tweede helft van het kalenderjaar worden vastgesteld. Deze wijzigingen mogen echter niet vaker dan eens in de drie jaar worden aangebracht. Indien er evenwel een substantiële reorganisatie van de betreffende bestuurlijke indeling van een lidstaat plaatsvindt, kunnen er met kortere tussenpozen wijzigingen worden aangebracht. De lidstaten informeren de Commissie over alle wijzigingen in de bestuurlijke eenheden of andere wijzigingen die van invloed kunnen zijn op de NUTS-nomenclatuur (bijvoorbeeld wijzigingen in de samenstelling die de grenzen voor het NUTS-niveau3 kunnen beïnvloeden).

Wijzigingen in kleine bestuurlijke eenheden worden beschouwd als wijzigingen in de NUTS-nomenclatuur indien meer dan 1% van de bevolking van de desbetreffende ճ3-eenheid wordt overgeheveld.

Bij niet-bestuurlijke eenheden in een lidstaat zijn wijzigingen in de NUTS-nomenclatuur mogelijk indien de standaardafwijking ten opzichte van de bevolkingsomvang hierdoor voor alle territoriale eenheden van de EU op het betreffende NUTS-niveau kleiner wordt.

Rol van het Europees Parlement

In aansluiting op zijn rol bij de toetsing van de door de Commissie voorgestelde wijzigingen in de nomenclatuur heeft het Parlement er herhaaldelijk op gewezen dat bepaalde elementen bijzondere aandacht verdienen, zoals de behandeling van kleinere bestuurlijke eenheden. Met een NUTS-niveau voor kleinere bestuurlijke eenheden zouden de werkelijke omstandigheden accurater kunnen worden weergegeven en zouden anomalieën, zoals de indeling van regionale eenheden met een zeer uiteenlopende bevolkingsdichtheid in eenzelfde NUTS-niveau, kunnen worden vermeden.

Tijdens de meest recente wijzigingsprocedure voor de verordening in 2017 steunde het Parlement in zijn rol als medewetgever het voorstel van de Commissie om de NUTS-verordening (wat de daarin genoemde territoriale typologieën betreft) aan te passen teneinde in te spelen op de toenemende behoefte aan gegevens in de context van cohesie en territoriale ontwikkeling.

Frédéric Gouardères