Ϸվ

Ontwerpresolutie - B9-0173/2020Ontwerpresolutie
B9-0173/2020

B9-0173/2020

Zittingsdocument

9‑0173/2020

10.6.2020

ONTWERPRESOLUTIE

naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid

ingediend overeenkomstig artikel132, lid2, van het Reglement

over de wet inzake de nationale veiligheid die de Volksrepubliek China heeft uitgevaardigd voor Hongkong en het feit dat EU de hoge mate van autonomie van Hongkong moet verdedigen

()

Reinhard Bütikofer, Anna Cavazzini, Henrike Hahn, Alexandra Geese, Hannah Neumann, Francisco Guerreiro, Niklas Nienaß, Diana Riba i Giner, Alviina Alametsä, Grace O’Sullivan

namens de Verts/ALE-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutieRC-B9-0169/2020

Procedure:
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus:
B9-0173/2020
Ingediende teksten :
B9-0173/2020
Stemmingen :
Aangenomen teksten :

9‑0173/2020

Resolutie van het Europees Parlement over de wet inzake de nationale veiligheid die de Volksrepubliek China heeft uitgevaardigd voor Hongkong en het feit dat EU de hoge mate van autonomie van Hongkong moet verdedigen

()

Het Europees Parlement,

gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 1948,

gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 16december1966,

gezien de gezamenlijke verklaring van de regering van het Verenigd Koninkrijk en de regering van de Volksrepubliek China over de kwestie Hongkong van 19december 1984, de zogenaamde Chinees-Britse Gezamenlijke Verklaring,

gezien de basiswet van de Speciale Administratieve Regio (SAR) Hongkong, die op 4april 1990 werd aangenomen en op 1juli 1997 in werking is getreden,

gezien de gezamenlijke mededeling van de Commissie en de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV) van 22 juni 2016 getiteld “Nieuwe EU-strategie ten aanzien van China) (JOIN(2016)0030) en de conclusies van de Raad van 18 juli 2016 over de EU-strategie ten aanzien van China,

gezien de gezamenlijke verslagen van de Commissie en de VV/HV van 8mei 2019 over de Speciale Administratieve Regio Hongkong: jaarverslag 2018 (JOIN(2019)0008), van 24april 2018 over de Speciale Administratieve Regio Hongkong: jaarverslag 2017 (JOIN(2018)0007), van 26april 2017 over de Speciale Administratieve Regio Hongkong: jaarverslag 2016 (JOIN(2017)0016), van 25april 2016 over de Speciale Administratieve Regio Hongkong: jaarverslag 2015 (JOIN(2016)0010),

gezien de gezamenlijke mededeling van de Commissie en de VV/HV van 12 maart 2019 getiteld “EU-China – Een strategische visie” (JOIN(2019)0005),

gezien de gezamenlijke verklaring van de 21etop EU-China van 9april 2019,

gezien zijn eerdere resoluties over China, in het bijzonder die van 19december 2019[1], 12september 2018[2] en van 16december 2015[3] over de betrekkingen van de EU met China,

gezien zijn eerdere resoluties over Hongkong, in het bijzonder die van 18juli 2019 over de situatie in Hongkong[4], 24november 2016 over de in China gevangengezette uitgever Gui Minhai[5], van 4februari 2016 over de zaak van de vermiste boekhandelaars in Hongkong[6], en zijn eerdere aanbevelingen, met name die van 13 december 2017 over Hongkong, 20 jaar na de machtsoverdracht[7],

gezien de goedkeuring van de nieuwe veiligheidswet door het Chinese Nationaal Volkscongres op 28 mei 2020,

gezien de verklaring van de VV/HV van 29 mei 2020 over de laatste ontwikkelingen in Hongkong,

gelet op artikel132, lid2, van zijn Reglement,

A.overwegende dat de EU pleit voor de bevordering en de eerbiediging van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat als kernwaarden die dienen als leidraad voor onze langdurige betrekkingen met de Volksrepubliek China, overeenkomstig het engagement van de EU om deze waarden in het kader van haar externe optreden te handhaven;

B.overwegende dat in de Chinees-Britse Gezamenlijke Verklaring van 1984 wordt gegarandeerd dat Hongkong gedurende 50 jaar na de overdracht van de soevereiniteit een autonomie op hoog niveau zal behouden; overwegende dat dit ook is vastgelegd in de basiswet van de Speciale Administratieve Regio (SAR) Hongkong van 1990;

C.overwegende dat de soevereiniteit over Hongkong op 1 juli 1997 werd overgedragen van het Verenigd Koninkrijk aan de Volksrepubliek China;

D.overwegende dat zelfs na 1 juli 1997 reeds bestaande overeenkomsten inzake burger-, politieke, economische, sociale en culturele rechten, alsook internationale mensenrechtenovereenkomsten, op Hongkong van toepassing zijn gebleven; overwegende dat de Volksrepubliek China ook internationale verdragen over deze rechten heeft ondertekend en geratificeerd, en daarmee het belang en het universele karakter van de mensenrechten heeft erkend; overwegende dat Hongkong partij is bij het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (ICCPR);

E.overwegende dat de bescherming van de mensenrechten en de individuele vrijheden in de basiswet is vastgelegd; overwegende dat in artikel27 van de basiswet de vrijheid van meningsuiting, de persvrijheid, de vrijheid van publicatie, en de vrijheid van vereniging, van vergadering, van optocht en van demonstratie worden gegarandeerd; overwegende dat in de artikelen 45 en 68 van de basiswet wordt bepaald dat de hoofdbestuurder en alle leden van de wetgevende raad verkozen worden via algemene verkiezingen;

F.overwegende dat de traditioneel open samenleving van Hongkong het pad heeft geëffend voor de ontwikkeling van een echt en onafhankelijk maatschappelijk middenveld dat actief en constructief deelneemt aan het openbare leven in de SAR Hongkong;

G.overwegende dat met name sinds het “Occupy”-protest het principe van ‘één land, twee systemen” wordt uitgehold door de inmenging van de Chinese autoriteiten, politieke leiders zijn opgesloten, de vrijheid van meningsuiting is uitgehold, de gedwongen verdwijningen zijn toegenomen en boekenwinkels en mediakanalen zijn opgekocht door eigenaren die Beijing gunstig gezind zijn;

H.overwegende dat de staatsraad van de Volksrepubliek China op 10 juni 2014 een witboek heeft uitgebracht over de praktijk van het “één land, twee systemen”-beleid in Hongkong, waarin wordt benadrukt dat de autonomie van de SAR Hongkong uiteindelijk afhankelijk is van de toestemming van de centrale regering van de Volksrepubliek China; overwegende dat de Chinese regering de regering van de SAR Hongkong heeft aangemoedigd een nieuw nultolerantiebeleid te voeren ten aanzien van elke vermelding van “zelfbeschikking” of “onafhankelijkheid” om redenen in verband met de nationale veiligheid, hetgeen in strijd is met de basiswet;

I.overwegende dat de administratie van de SAR Hongkong in februari 2019 de wet inzake voortvluchtige delinquenten en wederzijdse rechtshulp in strafzaken heeft voorgesteld tot wijziging van de verordening inzake voortvluchtige delinquenten, als maatregel tegen de massale oppositie van burgers van Hongkong, met inbegrip van rechters, advocaten, politici van de oppositie, rechtenactivisten, zakelijke groepen en journalisten, die sinds maart 2019 op velerlei manieren is verwoord;

J.overwegende dat de administratie van de SAR Hongkong na 20 weken protest uiteindelijk de formele intrekking van de wet heeft aangekondigd op 23 oktober 2019;

K.overwegende dat het pan-democratiekamp een overweldigende overwinning heeft behaald bij de verkiezingen voor het district Hongkong van 24 november 2019;

L.overwegende dat de centrale regering van de Volksrepubliek China op de protesten van de Hongkongse burgers heeft gereageerd door voortdurend haar inspanningen op te voeren om de bepalingen van de basiswet te ondermijnen, ongeldig te maken en op te heffen;

M.overwegende dat de onderdrukking van de burgerrechten en de mensenrechten op het Chinese vasteland, en met name de onderdrukking in de Volksrepubliek China van de Oeigoerse minderheid, heeft geleid tot toenemende bezorgdheid op internationaal niveau, alsook in Hongkong, met betrekking tot de noodzaak om de vrijheden van Hongkong effectief te verdedigen tegen illegale inmenging van de centrale overheid;

N.overwegende dat de ontkenning door de Volksrepubliek China van haar bindende verplichtingen uit hoofde van de Chinees-Britse Gezamenlijke Verklaring de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van de Volksrepubliek bij de tenuitvoerlegging van het internationaal recht twijfelachtig maken;

O.overwegende dat het besluit van het Nationaal Volkscongres om wetgeving inzake de nationale veiligheid op te leggen aan Hongkong geen rekening houdt met de bepalingen van de basiswet;

P.overwegende dat de politie van Hongkong straffeloosheid geniet voor alle wreedheden die zij in 2019 en 2020 tegen demonstranten heeft gepleegd;

1.uit scherpe kritiek op de aanneming van de wet inzake de nationale veiligheid voor Hongkong door het Nationaal Volkscongres, die een schending is van de Chinese verplichtingen uit hoofde van de Chinees-Britse Gezamenlijke Verklaring en van de basiswet van Hongkong, waarbij de autonomie op hoog niveau die aan Hongkong was toegezegd, is afgeschaft en het principe van “één land, twee systemen” is afgeschaft;

2.spreekt zijn niet aflatende steun uit voor de democratiebeweging in Hongkong en verzoekt de administratie van de SAR Hongkong alle aanklachten tegen vreedzame demonstranten te laten vallen en af te zien van alle repressiemaatregelen tegen burgers van Hongkong die hun vrijheid van meningsuiting uitoefenen, waaronder Martin Lee, Margaret Ng, Lee Cheuk-yan, Benny Tai, Jimmy Lai, Albert Ho en Leung Kwok-hung;

3.uit zijn bezorgdheid over de afschaffing van de rechten van journalisten en de ongekende druk op de vrijheid van berichtgeving in de media in Hongkong;

4.uit zijn toenemende bezorgdheid over het verhoogde risico van de inwerkingtreding van de wet inzake de nationale veiligheid voor tienduizenden EU-burgers in Hongkong;

5.dringt er bij de centrale regering van de Volksrepubliek China op aan om de Chinees-Britse Gezamenlijke Verklaring en de basiswet van Hongkong opnieuw te eerbiedigen en de basiswet van Hongkong volledig ten uitvoer te leggen, inclusief door eindelijk algemene verkiezingen in te voeren;

6.verzoekt de EU en haar lidstaten te overwegen een zaak aanhangig te maken bij het Internationaal Gerechtshof, op basis van de stelling dat het besluit van China om wetgeving inzake nationale veiligheid op te leggen aan Hongkong in strijd is met de Chinees-Britse Gezamenlijke Verklaring en het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten;

7.waarschuwt dat de schending van de hoge mate van autonomie en van de vrijheden van Hongkong de bereidheid van de internationale gemeenschap zal ondermijnen om China als partner te vertrouwen en ook twijfels zal doen rijzen over de toekomstige rol van Hongkong als relevant mondiaal financieel centrum;

8.merkt op dat het beleid van de Volksrepubliek China om de eerdere aanpak van “één land, twee systemen” om te vormen tot een aanpak van “twee entiteiten, één heerser” het volk van Taiwan sterk heeft vervreemd en benadrukt bereid te zijn met geschikte partners samen te werken om de democratie in Taiwan te helpen versterken;

9.dringt er bij de Commissie, de VV/HV en de lidstaten op aan zich actief in te zetten voor de benoeming van een speciale VN-gezant voor de situatie in Hongkong door de secretaris-generaal van de VN of de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten, en zich zo aan te sluiten bij het initiatief van de voorzitters van de commissies buitenlandse zaken van het VK, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland;

10.dringt er bij de lidstaten die lid zijn van de VN-Veiligheidsraad op aan een “Arria-vergadering” bijeen te roepen om de situatie in Hongkong te bespreken met activisten, vertegenwoordigers van ngo’s en speciale rapporteurs van de VN;

11.verzoekt de EU de oprichting te ondersteunen van een internationale contactgroep inzake Hongkong, om de situatie op het terrein te volgen en de acties met internationale partners, met name het Verenigd Koninkrijk, te coördineren;

12.verzoekt de Raad, en met name het komende voorzitterschap, in 2020 de werkzaamheden af te ronde inzake een mondiaal sanctiemechanisme van de EU voor de mensenrechten, zoals ondersteund door het Parlement in zijn resolutie van 14 maart 2019[8]:

13.verzoekt de EU, haar lidstaten en de internationale gemeenschap samen te werken om passende mechanismen voor de controle op de uitvoer in te voeren, teneinde China, en met name Hongkong, de toegang te ontzeggen tot technologieën die worden gebruikt om de grondrechten te schenden;

14.verzoekt de lidstaten zorgvuldig na te gaan hoe economische, en met name technologische, afhankelijkheid van de Volksrepubliek China kan worden voorkomen, onder meer in hun besluiten over de ontwikkeling van 5G-netwerken;

15.verzoekt de lidstaten de geldende mensenrechtenrichtsnoeren van de EU volledig toe te passen en alle diplomatiek personeel in te zetten om vastberaden te reageren op arrestaties en veroordelingen van activisten, onder meer door het waarborgen van de waarneming van processen, het aanvragen van gevangenisbezoeken en het aanspreken van de betrokken autoriteiten om bij hen aan te dringen op de vrijlating van personen die worden aangehouden en veroordeeld voor de vreedzame uitoefening van hun vrijheid van meningsuiting;

16.dringt er bij de VV/HV en de delegaties van de lidstaten op aan om nauwlettend toe te zien op en regelmatig verslag uit te brengen over de aanloop naar de verkiezingen voor de wetgevende raad, die momenteel zijn gepland voor september, met bijzondere aandacht voor de vraag of personen op onrechtmatige wijze belet wordt om zich kandidaat te stellen, hetzij door procedurele belemmeringen, hetzij door ongegronde gerechtelijke procedures, waarbij tevens wordt nagegaan of iedereen de mogelijkheid heeft om te vergaderen voor campagnedoeleinden en of de kiezers hun stem vrij kunnen uitbrengen;

17.verzoekt de centrale regering van de Volksrepubliek China zich ervan te onthouden Europese ondernemingen te chanteren om de wet inzake de nationale veiligheid te steunen;

18.verzoekt de autoriteiten van de Volksrepubliek China na te laten om de internationale steun voor de autonomie en de vrijheden van Hongkong te labelen als een inmenging in interne aangelegenheden, aangezien de bezorgdheid in kwestie betrekking heeft op bindende internationale verplichtingen van de Volksrepubliek China;

19.herhaalt zijn oproep om uitgever Gui Minhai, een Zweeds staatsburger, onmiddellijk vrij te laten;

20.verzoekt de lidstaten ook een doeltreffend reddingsmechanisme in het leven te roepen voor de verdedigers van de vrijheden van Hongkong die het slachtoffer kunnen worden van vervolging en die behoefte kunnen hebben aan bescherming door middel van politiek asiel;

21.benadrukt het feit dat de situatie in Hongkong en het standpunt van de EU met betrekking tot de verdediging van de hoge mate van autonomie van Hongkong aan bod moeten komen tijdens de EU-China-top in juni 2020 en uiteindelijk ook tijdens de bijeenkomst van de leiders van de EU en China die oorspronkelijk gepland was voor september in Leipzig;

22.herinnert eraan hoe belangrijk het is dat de EU de kwestie van de mensenrechtenschendingen in China op elke politieke en mensenrechtendialoog met de Chinese autoriteiten aan de orde blijft stellen, in overeenstemming met de belofte van de EU om in haar betrekkingen met het land een sterke, duidelijke en eensgezinde stem te laten horen; herinnert er voorts aan dat de Volksrepubliek China een breed scala aan internationale mensenrechtenverdragen heeft ondertekend; dringt er derhalve bij de EU op aan om met China in dialoog te blijven gaan om te verzekeren dat het land deze verbintenis nakomt;

23.draagt de Commissie op de Chinese zijde mee te delen dat het Parlement rekening zal houden met de mensenrechtensituatie in China, inclusief in Hongkong, wanneer het geconfronteerd wordt met het verzoek om zijn goedkeuring te hechten aan een algemene investeringsovereenkomst of toekomstige handelsakkoorden met de Volksrepubliek China;

24.verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en ter informatie aan de administratie van de Speciale Administratieve Regio Hongkong en de regering van de Volksrepubliek China.

Laatst bijgewerkt op: 15 juni 2020
Juridische mededeling-Privacybeleid