ONTWERPRESOLUTIEover de escalatie door Rusland van zijn aanvalsoorlog tegen Oekraïne
3.10.2022-()
ingediend overeenkomstig artikel132, lid2, van het Reglement
Raffaele Fitto, Anna Fotyga, Charlie Weimers, Tomasz Piotr Poręba, Jadwiga Wiśniewska, Jacek Saryusz‑Wolski, Adam Bielan, Dominik Tarczyński, Zbigniew Kuźmiuk, Kosma Złotowski, Alexandr Vondra, Andżelika Anna Możdżanowska, Ryszard Czarnecki, Witold Jan Waszczykowski, Elżbieta Rafalska, Bogdan Rzońca, Roberts Zīle, Carlo Fidanza, Joachim Stanisław Brudziński, Patryk Jaki, Veronika Vrecionová, Beata Szydło, Beata Mazurek, Valdemar Tomaševski
namens de ECR-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutieRC-B9-0430/2022
9‑0446/2022
Resolutie van het Europees Parlement over de escalatie door Rusland van zijn aanvalsoorlog tegen Oekraïne
()
Het Europees Parlement,
–gezien zijn eerdere resoluties over de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne,
–gezien de besluiten die de Raad heeft genomen over beperkende maatregelen van de Europese Unie tegen Rusland in verband met zijn oorlog in Oekraïne,
–gezien de verklaring van de leden van de Europese Raad van 30september 2022,
–gezien de verklaring van de Noord-Atlantische Raad van 29september 2022 over de schade aan gaspijpleidingen,
–gezien de door de Commissie voor internationaal recht van de Verenigde Naties ontwikkelde beginselen van Neurenberg, die bepalen wat een oorlogsmisdaad is,
–gezien het Handvest van de Verenigde Naties,
–gezien het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof van 17juli 1998,
–gezien de Slotakte van Helsinki van 1augustus 1975 en de daaropvolgende documenten,
–gezien artikel132, lid2, van zijn Reglement,
A.overwegende dat het Kremlin de oorlog sinds de illegale en ongerechtvaardigde invasie van Oekraïne door de Russische Federatie voortdurend escaleert en onlangs illegaal vier Oekraïense regio’s heeft geannexeerd, een gedeeltelijke mobilisatie in Rusland heeft aangekondigd en dreigt kernwapens in te zetten;
B.overwegende dat de Russische Federatie in Oekraïne systematisch gebruik blijft maken van barbaarse oorlogsmethoden en de normen van het internationaal humanitair recht en het internationaal recht inzake de mensenrechten blijft schenden, onder meer door middel van opzettelijke, willekeurige aanvallen op burgers, het gebruik van gijzelaars en burgers als menselijk schild, executie, verkrachting, gedwongen inlijving in het leger, ontvoering, aanvallen op medisch personeel en medische voorzieningen, het gebruik van verboden wapens en de pleging van diverse andere oorlogsmisdaden; overwegende dat deze oorlogsmisdaden consequent boven water zijn gekomen sinds de bevrijding van Izjoem en dat er nog altijd nieuwe massagraven worden ontdekt met daarin onder meer gefolterde lichamen en lichamen van burgers, vrouwen en kinderen;
C.overwegende dat Russisch president Vladimir Poetin op 30september 2022 naar aanleiding van schijnreferenda de annexatie van vier Oekraïense regio’s heeft aangekondigd, namelijk Donetsk, Loehansk, Cherson en Zaporizja, hetgeen krachtig door de internationale gemeenschap is veroordeeld;
D.overwegende dat de Oekraïense strijdkrachten met succes een tegenoffensief hebben ingezet, waarbij grote gebieden in het noorden van het land zijn bevrijd en de Russische indringers worden teruggeduwd;
E.overwegende dat in Rusland in reactie op het succes van Oekraïne een gedeeltelijke mobilisatie van honderdduizenden burgers is aangekondigd; overwegende dat tussen de 200000 en 300000 Russische reservisten na de aankondiging van de mobilisatie het land hebben verlaten; overwegende dat het Kremlin het afgelopen jaar reeds vier pogingen tot mobilisatie heeft gedaan, waarbij onder meer “vrijwilligers”, particuliere militaire bedrijven, gevangenen en inwoners van de bezette gebieden al dan niet gedwongen zijn gemobiliseerd, en daarmee de pool van beschikbare, gevechtsklare reservisten al vóór de gedeeltelijke mobilisatie had uitgeput;
F.overwegende dat de mobilisatie-inspanningen met name gericht zijn op de meest afgelegen republieken van de Russische Federatie en tevens als onderdrukkingsmaatregel worden ingezet, bijvoorbeeld op de bezette Krim, waar ruim 1500 Krim-Tataren zijn opgeroepen;
G.overwegende dat Belarus zich naar verluidt voorbereidt om ten minste 20000 dienstplichtigen te ontvangen en op te leiden voordat zij naar het front worden gestuurd;
H.overwegende dat Russische leiders, onder wie de president en de premier, herhaaldelijk hebben gezinspeeld op het gebruik van kernwapens om Russisch grondgebied te verdedigen en NAVO-landen, in het bijzonder Polen, hebben bedreigd;
I.overwegende dat sinds het begin van de invasie tussen de 50000 en 80000 leden van de Russische strijdkrachten zijn gesneuveld of vermist zijn geraakt en duizenden tanks, gepantserde personeelsvoertuigen en andere stukken militair materieel verloren zijn gegaan;
J.overwegende dat de internationale gemeenschap Oekraïne blijft steunen met moderne uitrusting, munitie, opleiding en inlichtingen, en dat het Amerikaanse Congres onlangs een wetsvoorstel heeft goedgekeurd voor de verstrekking van meer dan 12,3miljardUSD voor de verlening van aanvullende militaire en economische bijstand aan Oekraïne om de strijd tegen de aanvalsoorlog van Rusland voort te zetten, waarmee het totaalbedrag aan steun van de Amerikaanse regering aan Oekraïne neerkomt op ruim 40miljardUSD;
K.overwegende dat het Oekraïense leger volgens Oekraïense functionarissen moderne gevechtstanks, meer grond-lucht-wapensystemen, ATACMS-systemen en extra opleidingscentra nodig heeft;
L.overwegende energie nog altijd door Rusland wordt ingezet als wapen tegen de internationale gemeenschap;
M.overwegende dat de Commissie een nieuw sanctiepakket heeft voorgesteld tegen aan Rusland gelieerde autoriteiten in geannexeerde gebieden, hooggeplaatste functionarissen van het Russisch ministerie van Defensie die achter de nieuwe mobilisatie zitten, actoren die desinformatie over de oorlog verspreiden en actoren die hebben bijgedragen aan de omzeiling van bestaande sancties; overwegende dat dit sanctiepakket tevens nadere handelsbeperkingen omvat;
N.overwegende dat de EU, de VS en het VK in het kader van de sancties 300miljardUSD aan activa van de Centrale Bank van Rusland en nog eens 100miljardUSD aan activa van Russische oligarchen in financiële rekeningen en economische middelen hebben bevroren;
1.veroordeelt in de krachtigst mogelijke bewoordingen de aanvalsoorlog van de Russische Federatie tegen Oekraïne, alsook de actieve betrokkenheid van Belarus bij deze oorlog, en eist dat Rusland onmiddellijk alle militaire activiteiten in Oekraïne beëindigt en alle strijdkrachten en militaire uitrusting onvoorwaardelijk terugtrekt van het gehele internationaal erkende grondgebied van Oekraïne;
2.laakt de illegale annexatie door Rusland van Loehansk, Donetsk, Zaporizja en Cherson in het kader van het geopolitieke concept van een “Russische wereld” (“Russkij mir”); weigert de resultaten van de zogenaamde stemmingen te erkennen en herhaalt dat deze regio’s, net als de Krim, nog altijd deel uitmaken van Oekraïne; steunt ten volle de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne binnen zijn internationaal erkende grenzen, en onderstreept dat deze oorlog een ernstige schending van het internationaal recht vormt;
3.prijst de moed en vastberadenheid van de Oekraïense soldaten en is verheugd over de successen die zij hebben geboekt bij het herwinnen van door Rusland bezette gebieden; onderstreept dat er geen via onderhandelingen tot stand gekomen oplossing voor het conflict kan worden bereikt tenzij de Oekraïners zelf bereid zijn besprekingen aan te knopen; beklemtoont dat elke poging tot onderhandelingen in dit stadium Vladimir Poetin rechtstreeks in de kaart speelt;
4.beschouwt de door de Russische Federatie aangekondigde gedeeltelijke mobilisatie als een nieuwe stap richting de verdere escalatie van het conflict;
5.is ernstig bezorgd over de bevindingen van de VN-missie voor toezicht op de mensenrechten in Oekraïne, waaruit blijkt dat de Russische bezettingsautoriteiten Oekraïense krijgsgevangenen ervan weerhouden contact op te nemen met hun gezinsleden en VN-functionarissen beletten Oekraïense krijgsgevangenen te bezoeken; merkt op dat door de VN gevallen van foltering, slechte behandeling en gebrek aan goed voedsel en water en adequate zorg en sanitaire voorzieningen zijn vastgesteld op de plaatsen waar deze krijgsgevangenen worden vastgehouden;
6.verzoekt de internationale gemeenschap ervoor te zorgen dat alle Russische aanstichters en plegers van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid ter verantwoording worden geroepen; dringt er bij ieder land op aan zich aan te sluiten bij het speciale tribunaal dat door Oekraïne is ingesteld om de Russische militaire en politieke leiders te straffen voor hun daden van agressie en onderzoek in te stellen naar de genocide die momenteel wordt gepleegd;
7.neemt kennis van de massale uittocht van Russen naar aanleiding van de aankondiging van de mobilisatie; is bijzonder bezorgd over het lot van mensen die gedwongen ten strijde worden geroepen, met name in de onlangs geannexeerde Oekraïense gebieden, alsook op de Krim;
8.is ingenomen met het nieuwe sanctiepakket waaraan de Commissie momenteel werkt; pleit voor de verruiming van dit pakket met nieuwe gebieden, waaronder het afsnijden van Gazprombank, AlfaBank, Rosbank, TinkoffBank, Bank SaintPetersburg, Russian Regional Development Bank en FarEastern Bank van het SWIFT-stelsel, het nader verscherpen van de sancties tegen cryptoactiva en -valuta, het afkondigen van een volledig energie-embargo, een verbod op de uitvoer van diamanten uit Rusland, een verbod op samenwerking met Rusland op het gebied van kernenergie, op het doorsluizen van bankbiljetten van de EU en de VS naar Rusland en op de verkoop van onroerend goed aan Russen, een uitdrukkelijk verbod op Russische financiering voor in de EU geregistreerde lobbybedrijven, niet-gouvernementele organisaties en denktanks, het bevriezen van de activa van Russische staatsbedrijven in het buitenland en het sluiten van de kantoren van deze bedrijven door ze van alle mogelijke verenigingen en fora uit te sluiten; pleit voorts voor een speciale reeks sancties voor de IT-sector, met inbegrip van een verbod op het onderhoud van clouddiensten en het blokkeren van roamingdiensten voor Russische telecomaanbieders in de EU;
9.pleit voorts voor een verbod op de aankoop, de invoer en het vervoer van titanium, aluminium, koper, nikkel, palladium, rodium en diamanten uit of via Rusland naar de EU, alsmede op de invoer van uit Rusland afkomstige of uit Rusland uitgevoerde ijzer- en staalproducten, met inbegrip van ijzererts en halffabrikaten, teneinde de toegang van Rusland tot fundamentele industriële hulpbronnen, technologieën en diensten, en met name die welke nodig zijn voor de militaire industrie van het aanvallende land, zo veel mogelijk te beperken;
10.is van mening dat de EU geen Russische burgers mag ontvangen zolang Oekraïense burgers onder de wreedheden van de aanvalsoorlog van Rusland lijden; pleit daarom voor een volledig verbod op toeristenvisa voor Russische burgers en op een herziening van reeds afgegeven visa;
11.verzoekt alle lidstaten van de VN actie te ondernemen om het vetorecht van Rusland in de Veiligheidsraad in te trekken en Rusland uit de VN te zetten, zoals de Sovjet-Unie in 1939 uit de Volkenbond werd gezet naar aanleiding van haar aanvallen op Polen en Finland; pleit voor de opschorting van het lidmaatschap van Rusland van internationale organisaties, waaronder de Wereldhandelsorganisatie, de Werelddouaneorganisatie, Unicef, Unesco en het Internationaal Monetair Fonds;
12.pleit voor de oplegging van persoonlijke sancties op de aanhangers van het Russisch imperialisme die als “internationale waarnemers” hebben deelgenomen aan de schijnreferenda in Loehansk, Donetsk, Zaporizja en Cherson;
13.waarschuwt het bewind van Aljaksandr Loekasjenka Rusland niet te helpen geweldplegingen tegen Oekraïne te begaan, het land niet bij te staan bij zijn mobilisatie-inspanningen en geen dienstplichtigen op zijn grondgebied op te vangen; verzoekt de Commissie en de Raad Belarus mee te nemen in de nieuwe golf van sancties in verband met de mobilisatie;
14.veroordeelt in de krachtigste bewoordingen alle verwijzingen door Russische autoriteiten naar het gebruik van kernwapens; sluit zich aan bij de verklaringen van de secretaris-generaal van de NAVO, de president van de VS en andere leiders over doortastend optreden tegen en ernstige gevolgen voor Rusland indien het land besluit massavernietigingswapens in te zetten; beklemtoont dat ongerechtvaardigde bedreigingen met betrekking tot het gebruik van kernwapens de grondbeginselen van de internationale architectuur van nucleaire ontwapening en non-proliferatie ondergraven;
15.maakt zich nog altijd grote zorgen over de bezetting van de kerncentrale van Zaporizja en het gebruik van de illegale controle over de kerncentrale als nucleair chantagemiddel; beschouwt dit als een uiting van nucleair terrorisme; pleit ervoor dat de energiecentrale onmiddellijk wordt gedemilitariseerd en dat de controle over de energiecentrale wordt teruggegeven aan Oekraïne;
16.vraagt dat aan het Russische leger dezelfde soort sancties wordt opgelegd als aan terroristische groeperingen, zoals bepaald in het gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 27december 2001 betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme[1], Verordening (EG) nr.2580/2001 van de Raad[2], Besluit (GBVB) 2016/1693 van de Raad[3] en Verordening (EU) 2016/1686 van de Raad[4];
17.is ingenomen met de aanhoudende steun van de VS, het VK en veel EU-lidstaten aan Oekraïne in de vorm van financiële, logistieke en inlichtingenhulp, militaire uitrusting en opleiding; pleit er met klem voor deze hulp uit te breiden tot moderne, westerse tanks en geavanceerde grond-lucht-wapensystemen; verzoekt in het bijzonder Duitsland dringend toestemming te verlenen voor de levering van 88Leopard1-tanks en 100Mardertanks aan Oekraïne, zoals in het voorjaar door Rheinmetall is gevraagd;
18.onderstreept dat de NordStream-projecten zelfs na ontmanteling een schadelijke rol zijn blijven spelen voor de Europese veiligheid en momenteel door Rusland worden gebruikt als instrument om macht te projecteren; herinnert aan de aanhoudende tegenstand die Polen en de Baltische staten vanaf het prille begin van deze projecten hebben geuit, en de nadruk die zij daarbij hebben gelegd op het grote potentiële gevaar van de projecten, zowel in politiek als in economisch opzicht, alsook op de schadelijke gevolgen ervan voor de veiligheid van Midden- en Oost-Europa; beklemtoont dat de verplichting om eventuele milieuschade te vergoeden uitsluitend bij de eigenaren van het project moet liggen, en met name bij Duitsland en Rusland, zoals reeds is aangegeven in de resolutie van het Parlement van 8juli 2008 over de gevolgen voor het milieu van de geplande gasleiding in de Oostzee tussen Rusland en Duitsland[5];
19.pleit voor de dringende totstandbrenging van een militaire bijstandsmissie van de EU in Oekraïne in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid, ter aanvulling van de reeds actieve internationale initiatieven voor de opleiding van militairen in de Oekraïense strijdkrachten op diverse beroepsgebieden;
20.is verheugd over de aanvraag van Oekraïne voor NAVO-lidmaatschap, die in overeenstemming is met het besluit dat in 2008 in Boekarest is genomen, alsmede met de Oekraïense grondwet; is ingenomen met de positieve reacties van verschillende NAVO-bondgenoten; benadrukt dat Oekraïne als tijdelijke maatregel tijdens het proces van toetreding tot de NAVO betrouwbare internationale veiligheidsgaranties moet krijgen; vraagt de internationale gemeenschap de aanbevelingen van de internationale werkgroep voor veiligheidsgaranties voor Oekraïne te evalueren, die tot doel hebben de nodige politieke, financiële, militaire en diplomatieke middelen te mobiliseren met het oog op de zelfverdediging van Oekraïne;
21.verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de procureur-generaal van het Internationaal Strafhof, de regeringen en parlementen van de EU-lidstaten, de president, de regering en het parlement van Oekraïne en de president, de regering en het parlement van de Russische Federatie.
- [1] PBL344 van 28.12.2001, blz.93.
- [2] Verordening (EG) nr.2580/2001 van de Raad van 27december 2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme (PBL344 van 28.12.2001, blz.70).
- [3] Besluit (GBVB) 2016/1693 van de Raad van 20september 2016 betreffende beperkende maatregelen tegen ISIS (Da’esh) en AlQaida en daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten, en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2002/402/GBVB (PBL255 van 21.9.2016, blz.25).
- [4] Verordening (EU) 2016/1686 van de Raad van 20september 2016 tot vaststelling van bijkomende beperkende maatregelen tegen ISIS (Da’esh) en AlQaida en daarmee verbonden natuurlijke en rechtspersonen, entiteiten of lichamen (PBL255 van 21.9.2016, blz.1).
- [5] PBC294E van 3.12.2009, blz.3.