ONTWERPRESOLUTIEover de duurzame wederopbouw en integratie van Oekraïne in de Euro‑Atlantische gemeenschap
12.6.2023-()
ingediend overeenkomstig artikel 132, lid 2, van het Reglement
Anna Fotyga, Angel Dzhambazki, Jadwiga Wiśniewska, Witold Jan Waszczykowski, Roberts Zīle, Zbigniew Kuźmiuk, Veronika Vrecionová, Alexandr Vondra, Tomasz Piotr Poręba, Adam Bielan, Jacek Saryusz‑Wolski, Patryk Jaki, Waldemar Tomaszewski, Bogdan Rzońca, Elżbieta Rafalska, Ryszard Czarnecki, Elżbieta Kruk, Joachim Stanisław Brudziński, Dominik Tarczyński
namens de ECR-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutieRC-B9-0270/2023
9‑0281/2023
Resolutie van het Europees Parlement over de duurzame wederopbouw en integratie van Oekraïne in de Euro-Atlantische gemeenschap
()
Het Europees Parlement,
–gezien zijn eerdere resoluties over Oekraïne en over Rusland, met name die van ná de escalatie van de oorlog van Rusland tegen Oekraïne in februari 2022, en met name zijn resolutie van 23november 2022 over de aanmerking van de Russische Federatie als staatssponsor van terrorisme[1],
–gezien de slotverklaring van de NAVO-top op 3 april 2008 in Boekarest,
–gezien het strategisch concept 2022 van de NAVO,
–gezien de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds[2], die in 2014 werd ondertekend, en de diepe en brede vrijhandelsruimte tussen de Europese Unie en Oekraïne die daar een onderdeel van vormt,
–gezien het verzoek van Oekraïne om toetreding tot de Europese Unie van 28februari2022 en gezien de toekenning van de status van kandidaat-lidstaat aan Oekraïne door de Europese Raad op 23juni 2022, gebaseerd op een positief advies van de Commissie ter zake en in overeenstemming met hetgeen het Europees Parlement hierover heeft verklaard,
–gezien artikel132, lid2, van zijn Reglement,
A.overwegende dat de NAVO tijdens de top in Boekarest in 2008 de wens van Oekraïne om zich bij het bondgenootschap aan te sluiten heeft verwelkomd en overeen is gekomen dat het land lid zou worden, maar tot nu toe het toetredingsproces niet formeel in gang heeft gezet, maar het besluit van 2008 in zijn recente strategische documenten wel heeft bekrachtigd; overwegende dat Oekraïne in juni 2022 de status van kandidaat-lidstaat van de EU heeft gekregen;
B.overwegende dat de Russische Federatie, met de actieve steun van de dictator van Belarus, Aleksandr Loekasjenko, haar illegale, niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog tegen Oekraïne, die al in 2014 begon met de bezetting van de Krim en van delen van de regio’s Donetsk en Luhansk, maar die op 24 februari 2022 is geëscaleerd tot het grootste militaire conflict op het Europese continent sinds het eind van de Tweede Wereldoorlog, onverminderd voortzet;
C.overwegende dat de Russische aanvalsoorlog tot rechtstreeks gevolg heeft gehad dat Finland en Zweden het lidmaatschap van de NAVO hebben aangevraagd, dat Oekraïne, Moldavië en Georgië het lidmaatschap van de EU hebben aangevraagd, dat meer dan 50landen Oekraïne robuuste veiligheidsbijstand leveren, en dat Oekraïne in de VN sterke politieke steun krijgt, waardoor Rusland er niet in slaagt zijn doelstellingen van het opnieuw creëren van invloedsferen, het chanteren van het Westen, en het vernietigen van de op regels stoelende internationale orde, te verwezenlijken;
D.overwegende dat - enerzijds - de EU een niet eerder geziene bijdrage levert aan het vergroten van de defensieve vermogens van de Oekraïne, maar dat - anderzijds - de Verenigde Staten nog altijd het land met verreweg het hoogste militaire budget in de wereld en de grootste veiligheidsverstrekker is, terwijl sommige lidstaten, zoals Polen en de Baltische staten, hun defensie-uitgaven aanzienlijk hebben verhoogd, maar enkele andere landen nog altijd niet ten minste 2% van hun bbp aan defensie besteden, zoals binnen de NAVO overeengekomen is;
E.overwegende dat de bedreigingen voor de stabiliteit, de welvaart en de wereldvrede veel groter zouden worden indien Oekraïne er niet in zou slagen de agressor te verslaan, omdat dit de Russische Federatie en andere autocratieën ertoe zou aanzetten ook andere landen aan te vallen;
F.overwegende dat eerder beleid dat ten aanzien van de Russische Federatie is gevoerd het imperialisme van het land niet heeft weten te stoppen en alleen in steeds vernietigender aanvalsoorlogen heeft geresulteerd, waardoor elke andere afloop dan een Oekraïense overwinning een onbevredigend resultaat voor de internationale vrede, de mensenrechten, en de democratie zou zijn;
G.overwegende dat de lidstaten van de NAVO in juli 2023 voor een top in Vilnius bijeen zullen komen en dat daar zal moeten worden ingegaan op de vraag hoe gevolg kan worden gegeven aan het vooruitzicht van Oekraïne op lidmaatschap sinds de top van Boekarest in 2008, in het bijzonder in het licht van de aanhoudende Russische agressie en de ondubbelzinnige aspiraties van de bevolking van Oekraïne, die tot uitdrukking komen in de brede consensus onder de Oekraïense leiders;
H.overwegende dat de Oranje Revolutie van 2004 en de Revolutie van de Waardigheid in 2014 hebben aangetoond dat de Oekraïners de gemeenschappelijk idealen van democratie en vrijheid onderschrijven, en voorstander zijn van integratie in de Euro‑Atlantische gemeenschap; overwegende dat de vastberadenheid van de Oekraïense bevolking op dit gebied blijkt uit de strijd die zij sinds 2014 voert voor het behoud van haar soevereiniteit en onafhankelijkheid;
I.overwegende dat uit een enquête van het International Republican Institute blijkt dat 82% van de bevolking van Oekraïne voorstander is van het lidmaatschap van de NAVO;
J.overwegende dat de rechtstreekse schade aan de Oekraïense infrastructuur, waaronder woningen, vervoers- en energievoorzieningen, de industrie en de handel, per 22februari2023 op 135 miljard Amerikaanse dollar wordt geraamd, en de kosten voor wederopbouw en herstel op 411 miljard Amerikaanse dollar;
K.overwegende dat Russische troepen bij een recente daad van terrorisme een stuwdam bij Nova Kakhovka in de rivier de Dnipro in de door Rusland bezette regio Cherson hebben opgeblazen, waardoor duizenden burgers het gebied hebben moeten ontvluchten en er een enorme milieuramp is ontstaan, inclusief de vernietiging van infrastructuur en om en nabij 10.000 hectare akkerland, alsmede de vervuiling van drinkwater; overwegende dat er meldingen zijn dat veel landmijnen door de waterstroom zijn verplaatst, hetgeen een bijkomend gevaar vormt voor mens en milieu; overwegende dat met de stuwdam een groot reservoir werd gevormd dat water leverde aan stroomopwaarts gelegen gemeenschappen en ook koelwater leverde voor de kerncentrale in Zaporizja;
L.overwegende dat het Oekraïense leger op dit moment één van de meest in gevechten geharde en ervaren legers ter wereld is en derhalve, afgezien van het feit dat het nu de Russische agressie met succes tot staan brengt, een grote bijdrage zou leveren aan de Europese veiligheid en aan haar veerkracht tegen de bedreigingen en uitdagingen van de toekomst;
M.overwegende dat toonaangevende NAVO-bondgenoten zoals de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Polen, Tsjechië en ook de Baltische staten een cruciale rol hebben gespeeld bij het coördineren en leiden van de inspanningen om Oekraïne militair te ondersteunen, niet alleen met wapens, munitie en uitrusting, maar ook met inlichtingen en gegevens; overwegende dat de aanhoudende aanvalsoorlog bovendien bevestigt dat de Verenigde Staten onverminderd het belangrijkste land voor de Europese veiligheid is, aangezien de oorlog ernstige structurele tekortkomingen in de veiligheids- en defensiearchitectuur van de EU en onaanvaardbare tekorten aan Europese vermogens aan het licht blijft brengen; overwegende dat deze gebeurtenissen de rol van Polen als gerespecteerde partner van de EU en de NAVO en als belangrijke hub voor steun aan Oekraïne hebben benadrukt;
N.overwegende dat op 26 januari 2023 het multi-institutioneel donorcoördinatieplatform voor Oekraïne is opgestart, in het kader waarvan hooggeplaatste ambtenaren uit Oekraïne, de EU, de landen van de G7 en internationale financiële instellingen, zoals de Europese Investeringsbank, de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling, het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank, bijeen worden gebracht; overwegende dat verwacht wordt dat tijdens de tweede conferentie voor het herstel van Oekraïne, die in juni van dit jaar in Londen zal worden gehouden, constructieve oplossingen zullen worden aangedragen;
O.overwegende dat de EU naar schatting ongeveer 300 miljard EUR aan reserves van de Russische centrale bank en 19 miljard EUR aan geld van Russische oligarchen heeft bevroren, terwijl de VS en andere westerse bondgenoten meer dan 58 miljard Amerikaanse dollar hebben geblokkeerd of in beslag genomen die toebehoren aan (ofgecontroleerd worden door) Russen aan wie sancties zijn opgelegd;
P.overwegende dat veel multinationals naar aanleiding van de oorlog besloten hebben de Russische markt de rug toe te keren, maar er toch ook nog aanzienlijke aantallen bedrijven met een hoofdkantoor in de EU of de landen van de G7 (en met name in Duitsland) zijn die hun activiteiten en investeringen in Rusland voortzetten, waarmee ze de Russische oorlogseconomie ondersteunen; overwegende dat westerse bedrijven 288miljard roebel (3,5 miljard Amerikaanse dollar) aan vennootschapsbelasting in Rusland hebben betaald;
Q.overwegende dat de Russische aanvalsoorlog duidelijk maakt hoe essentieel de trans-Atlantische samenwerking is en dat de lidstaten de illusie moeten laten varen dat “soft power” en politieke verklaringen een soort vervanging zijn voor “hard power” en krachtdadige strategische beslissingen;
1.herhaalt zijn onwrikbare steun voor de onafhankelijkheid, de soevereiniteit en de territoriale integriteit van Oekraïne, binnen zijn internationaal erkende grenzen, en bevestigt dat het beleid van de EU gericht is op een Oekraïense overwinning op de agressor en op herstel van de internationaal erkende grenzen van dat land van 1991; veroordeelt nogmaals in de krachtigste bewoordingen de illegale, niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne;
2.eist dat Rusland en zijn gelieerde troepen alle militaire acties staken, met name de genocidale aanvallen op woongebieden en civiele infrastructuur, en dat Rusland alle strijdkrachten, gelieerde troepen en militaire uitrusting volledige en onvoorwaardelijk terugtrekt uit het gehele internationaal erkende grondgebied van Oekraïne;
3.onderstreept dat het ultieme doel van de democratische internationale gemeenschap het verslaan van het Russische leger en zijn gelieerde troepen in Oekraïne moet zijn, hetgeen Kiev in staat zal stellen zijn territoriale integriteit volledig te herstellen, en de aanstichters van de aanvalsoorlog tegen Oekraïne en de verantwoordelijken voor de gepleegde misdrijven, waaronder Vladimir Poetin en Aleksandr Loekasjenko, alsook oorlogsmisdadigers lager in de hiërarchie van de Russische regering, het Russische leger en hun gelieerde troepen, voor het gerecht te brengen;
4.herhaalt zijn standpunt dat de vrede die met de overwinning van Oekraïne tot stand wordt gebracht, moet worden gewaarborgd middels de integratie van Oekraïne in de NAVO en de EU;
5.verwelkomt het dat het VK, de Verenigde Staten en andere bondgenoten recentelijk moderne militaire uitrusting ter beschikking hebben gesteld; geeft nogmaals aan dat Oekraïne behoefte heeft aan meer financiële en militaire hulp, met name munitie, alsook aan (de onmiddellijke levering van) meer modern materieel, waaronder westerse gevechtsvliegtuigen, raketten en helikopters; onderstreept dat, in overeenstemming met artikel 51 van het Handvest van de Verenigde Naties, op grond waarvan staten bijstand mogen verlenen aan landen die hun recht op zelfverdediging uitoefenen, alle kunstmatige beperkingen van de mogelijkheden voor Oekraïne om voor zijn overleven te vechten, moeten worden opgeheven;
6.onderstreept het historische belang van de beslissingen die op de NAVO-top in Vilnius zullen worden genomen; dringt aan op een versneld NAVO Membership Action Plan (MAP) zoals bedoeld in artikel 10 van het Noord-Atlantisch Verdrag met als ultiem doel Oekraïne versnel tot het bondgenootschap te laten toetreden, alsmede op een ondubbelzinnig besluit dat Oekraïne lid wordt van de NAVO wanneer aan de specifieke veiligheidsvoorwaarden wordt voldaan en dat de NAVO-bondgenoten volledige technische en politieke steun zullen verlenen om dit te bewerkstelligen;
7.dringt aan op de oprichting, bij wijze van tussenstap, van een partnerschap voor afschrikking en defensie tussen de NAVO en Oekraïne, in het kader waarvan de bondgenoten van Oekraïne zouden beloven de vermogens van dat land op te krikken tot een niveau dat volstaat om elke externe agressor te ontmoedigen en te verslaan, en dat zou dienen als een tijdelijke veiligheidsgarantie totdat de NAVO-lidstaten de in artikel 5 bedoelde bescherming uit kunnen breiden tot Oekraïne;
8.is van oordeel dat elke strategie voor het beëindigen van de oorlog aan moet sluiten bij het tien punten tellende vredesplan van president Zelensky en moet stoelen op de volgende zes beginselen:
a)het Westen moet Oekraïne zolang dat nodig is brede militaire en financiële steun verlenen;
b)Rusland moet een schadevergoeding betalen voor de talrijke doden die zijn gevallen en de verschrikkelijke verwoesting die het in Oekraïne heeft aangericht;
c)er mag geen sprake zijn van een de facto Russisch vetorecht met betrekking tot besluiten van de EU of de NAVO, en geheime overeenkomsten met Moskou zijn uit den boze;
d)er kan geen sprake zijn van een terugkeer naar “business as usual”;
e)de aan Rusland opgelegde sancties kunnen alleen (en slechts geleidelijk) worden opgeheven indien dat land stopt met zijn agressieve optreden en de soevereiniteit van Oekraïne eerbiedigt;
f)Rusland moet een transformationele verandering ondergaan, en zijn imperialistische en koloniale beleid afzweren;
9.veroordeelt de Russische Federatie voor haar opzettelijke terroristische aanvallen op burgerdoelen, en met name op kritieke infrastructuur, waarbij de vernietiging van de stuwdam in Nova Kakhovka als dieptepunt geldt, die een ecologische en humanitaire ramp heeft veroorzaakt, een duidelijke schending van het internationaal recht vormt, en als oorlogsmisdrijf moet worden gekwalificeerd; maakt zich daarnaast zeer grote zorgen over de mogelijke gevolgen voor het functioneren van de kerncentrale in Zaporizja;
10.herhaalt zijn steun voor het EU-lidmaatschap van Oekraïne en wijst nogmaals op het belang van het opstarten van toetredingsonderhandelingen als leidraad voor Oekraïne, als garantie om het Oekraïense proces van integratie in de EU stevig op koers te houden, en als de beste manier om de wederopbouw van het land te koppelen aan de hervormingen die nodig zijn voor een volledig lidmaatschap van de EU;
11.geeft nogmaals aan van oordeel te zijn dat de wederopbouw van Oekraïne betaald moet worden door Rusland, in het kader van het beginsel dat de agressor moet opdraaien voor zijn oorlogsmisdaden; verzoekt de Commissie en de lidstaten eens te meer het voortouw te nemen bij de ontwikkeling van een multilateraal mechanisme voor toezicht op, handhaving en uitbetaling van Russische herstelbetalingen aan Oekraïne, en ervoor te zorgen dat de middelen en activa die als gevolg van de Russische invasie zijn bevroren voor dit doel kunnen worden gebruikt;
12.dringt er daarnaast op aan om - zodra het conflict afgelopen is - een breed plan voor de wederopbouw van Oekraïne in gang te zetten (naar het voorbeeld van het Marshall-plan), met gebruikmaking van de door het Westen in beslag genomen Russische activa, onder leiding van de EU, internationale financiële instellingen en gelijkgestemde partners, waarbij ook een substantiële rol weggelegd is voor de G7; is ingenomen met de oprichting van het multi-institutioneel donorcoördinatieplatform voor Oekraïne als instrument voor internationale samenwerking en coördinatie ter ondersteuning van de wederopbouwinspanningen;
13.betreurt het dat veel westerse bedrijven besloten hebben zaken te blijven doen met de Russische Federatie, hetgeen twijfel doet ontstaan over de bereidheid van hun regeringen om alle banden met de economie van het dictatoriale agressieve regime te verbreken; doet een oproep aan al degenen die winst tot nu toe zwaarder hebben laten wegen dan het beginsel van maatschappelijk verantwoord ondernemen en gewoon fatsoen om de Russische markt de rug toe te keren en de gelegenheid aan te grijpen te helpen bij het plan voor herstel en wederopbouw van Oekraïne, hetgeen het grootste investeringsproject in Europa zal zijn;
14.onderstreept het belang van toereikende en met voldoende financiële middelen uitgeruste ontmijningsprogramma’s, in de wetenschap dat op dit moment een derde van het grondgebied van Oekraïne met landmijnen en niet-geëxplodeerde munitie vervuild is;
15.is van oordeel dat snel een nieuw sanctiepakket ontwikkeld en geïmplementeerd moet worden dat de bestaande maatregelen versterkt en doeltreffender maakt, om de pogingen van Rusland en derde landen om de maatregelen in kwestie te omzeilen, te verijdelen; vindt daarnaast dat er aanvullende maatregelen moeten worden getroffen tegen toonaangevende Russische bedrijven, waaronder Russische bedrijven die nog op de markten van de EU actief zijn, zoals Lukoil, alsmede maatregelen die erop gericht zijn de samenwerking van de EU met Moskou op het gebied van nucleaire brandstof te reduceren, en dat het atoomenergieagentschap van de Russische staat, Rosatom, onder het sanctieregime moet komen te vallen; dringt ook aan op een verbod op de import van Russische diamanten, op verlaging van het prijsplafond voor Russische olie, en op aanscherping van de beperkende maatregelen tegen Belarus, die (de talrijke oproepen daartoe ten spijt) niet vergelijkbaar zijn met de sancties die aan Moskou zijn opgelegd, ondanks het onaanvaardbare geweld van het regime tegen de Belarussische bevolking, de samenwerking van het regime met Rusland bij de agressie tegen Oekraïne, en het feit dat het land - net als Rusland - migratie als wapen gebruikt voor politieke doeleinden en hybride acties onderneemt tegen de EU;
16.verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de Raad van Europa, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, het Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de mensenrechten, het Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen, het Internationaal Comité van het Rode Kruis, het Internationaal Strafhof, de president, de regering en het parlement van de Russische Federatie, alsmede de president, de regering en het parlement van Oekraïne.