Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 8 juni 2022 op het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG wat betreft de kennisgeving inzake compensatie in het kader van een wereldwijde marktgebaseerde maatregel voor in de Unie gevestigde vliegtuigexploitanten ( – C9-0323/2021 – )(1)
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Amendement 1 Voorstel voor een besluit Overweging -1 bis (nieuw)
(-1 bis)De Overeenkomst van Parijs, die in december 2015 in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) is ondertekend, is in november 2016 in werking getreden1bis. De partijen bij de Overeenkomst van Parijs zijn overeengekomen de stijging van de wereldwijde gemiddelde temperatuur ruim onder 2°C boven het niveau van het pre-industriële tijdperk te houden, en te streven naar een maximale temperatuurstijging van 1,5°C. Door tijdens de VN-klimaatconferentie van november2021 (COP26) het klimaatpact van Glasgow goed te keuren, hebben de partijen erkend dat een beperking van de stijging van de wereldwijde gemiddelde temperatuur van 1,5°C boven het pre-industriële niveau de risico’s en gevolgen van de klimaatverandering aanzienlijk zou verminderen, en hebben zij zich ertoe verbonden hun doelstellingen voor 2030 tegen eind 2022 te versterken om te waarborgen dat de partijen op schema liggen wat betreft de verwezenlijking van de doelstelling om de opwarming van de aarde beperkt te houden tot 1,5 °C.
__________________
__________________
1bis Overeenkomst van Parijs (PB L 282 van 19.10.2016, blz. 4).
Amendement 2 Voorstel voor een besluit Overweging -1 ter (nieuw)
(-1 ter)In zijn resolutie van 28 november 2019 over de noodsituatie op het gebied van klimaat en milieu1ter heeft het Europees Parlement er bij de Commissie op aangedrongen onmiddellijk ambitieuze maatregelen te nemen om de opwarming van de aarde onder 1,5 °C te houden. De noodzaak om de in de Overeenkomst van Parijs vastgelegde bovengrens van 1,5°C niet te overschrijden, is eens te meer onderstreept door de bevindingen van de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering (IPCC) in het rapport van 8 oktober 2018 getiteld “Global warming of 1.5°C”, het rapport van 7augustus 2021 getiteld “Climate Change 2021: The Physical Science Basis” en het rapport van 28 februari 2022 getiteld “Climate Change 2022: Impacts, Adaptation and Vulnerability”. De IPCC verklaart met zeer grote stelligheid dat klimaatverandering een bedreiging vormt voor het welzijn van de mens en de gezondheid van onze planeet en dat de weinige tijd die wij nog hebben om een leefbare en duurzame toekomst voor iedereen te garanderen snel verstrijkt en dat daarom elk verder uitstel van gecoördineerde anticiperende mondiale aanpassings- en mitigatiemaatregelen voorkomen moet worden. De IPCC concludeert ook dat de gevolgen van de klimaatverandering veel ernstiger zullen zijn als de opwarming van de aarde niet beperkt blijft tot 1,5°C, maar met 2°C stijgt. Bovendien zal de wereldwijde temperatuurstijging van 1,5°C eerder bereikt of overschreden worden dan aanvankelijk verwacht, namelijk in de komende twintig jaar. De IPCC constateert ook dat het niet langer mogelijk zal zijn de mondiale klimaatopwarming tot in de buurt van 1,5°C of zelfs 2°C te beperken als we de emissies van broeikasgassen niet onmiddellijk en aanzienlijk reduceren. Bovendien heeft de VN-Mensenrechtenraad in resolutie 48/13 van 8oktober 2021 het recht op een veilige, schone, gezonde en duurzame omgeving erkend als een mensenrecht.
__________________
__________________
1ter PB C 232 van 16.6.2021, blz. 28.
Amendement 3 Voorstel voor een besluit Overweging -1 quater (nieuw)
(-1 quater)In zijn resolutie van 21oktober 2021 over de VN-klimaatconferentie 2021 in Glasgow, VK (COP26) 1quater, heeft het Europees Parlement zijn bezorgdheid geuit over de geringe vooruitgang die de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) heeft geboekt bij de aanpak van de emissies van de internationale luchtvaart, en in dit verband herhaald dat de sector in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (EU-ETS) moet worden gereguleerd, wat als voorbeeld zou kunnen dienen voor de parallelle inspanningen om op internationaal niveau, onder meer in de ICAO, hogere mondiale ambities te ondersteunen. Daarnaast heeft het Europees Parlement er bij de Commissie en de lidstaten op aangedrongen alles in het werk te stellen om het systeem van koolstofcompensatie en -reductie voor de internationale luchtvaart (Corsia) te versterken en de aanneming door de ICAO van een langetermijndoelstelling ter vermindering van de emissies in de sector te steunen, zonder afbreuk te doen aan de wetgevingsautonomie van de Unie bij de uitvoering van de EU-ETS-richtlijn.
__________________
__________________
1quater PB C 184 van 5.5.2022, blz. 118.
Amendement 4 Voorstel voor een besluit Overweging 2
(2)De Unie is voornemens Corsia toe te passen, met inachtneming van de verschillen tussen de EU-wetgeving en Corsia, die naar aanleiding van Besluit (EU) 2018/2027 van de Raad14 aan de ICAO zijn gemeld, en de manier waarop het Europees Parlement en de Raad de wetgeving van de Unie wijzigen.
(2)De Unie is voornemens Corsia toe te passen via Richtlijn 2003/87/EG, met inachtneming van de verschillen tussen de EU-wetgeving en de door de ICAO vastgestelde Corsia-regeling, die naar aanleiding van Besluit (EU) 2018/2027 van de Raad14 aan de ICAO zijn gemeld, en de manier waarop het Europees Parlement en de Raad de wetgeving van de Unie wijzigen.
__________________
__________________
14 Besluit (EU) 2018/2027 van de Raad van 29november 2018 inzake het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, met betrekking tot de eerste editie van de internationale normen en aanbevolen praktijken inzake milieubescherming — Regeling voor koolstofcompensatie en -reductie voor de internationale luchtvaart (Corsia) (PB L325 van 20.12.2018, blz.25).
14 Besluit (EU) 2018/2027 van de Raad van 29november 2018 inzake het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, met betrekking tot de eerste editie van de internationale normen en aanbevolen praktijken inzake milieubescherming — Regeling voor koolstofcompensatie en -reductie voor de internationale luchtvaart (Corsia) (PB L325 van 20.12.2018, blz.25).
Amendement 5 Voorstel voor een besluit Overweging 9 bis (nieuw)
(9bis)Onverminderd een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG wat betreft de bijdrage van de luchtvaart aan de emissiereductiedoelstelling van de Unie voor de hele economie en de passende toepassing van een wereldwijde marktgebaseerde maatregel, is onderhavig besluit bedoeld als een tijdelijke maatregel die slechts van toepassing is tot die richtlijn in werking treedt.
Amendement 6 Voorstel voor een besluit Artikel1 – alinea 1 Richtlijn 2003/87/EG Artikel 12 – lid 6 – alinea 1 – punt b
b)hij produceert jaarlijks meer dan 10000ton CO2-emissies door het gebruik van luchtvaartuigen met een gecertificeerde maximale startmassa van meer dan 5700kg voor vluchten zoals bedoeld in bijlageI, met uitzondering van vluchten die in dezelfde lidstaat (met inbegrip van de ultraperifere gebieden van die lidstaat) vertrekken en aankomen, vanaf 1januari 2019.
b)hij produceert jaarlijks meer dan 10000ton CO2-emissies door het gebruik van luchtvaartuigen met een gecertificeerde maximale startmassa van meer dan 5700kg voor vluchten zoals bedoeld in bijlageI bij deze richtlijn en in artikel2, leden3 en 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1603 van de Commissie1bis, met uitzondering van vluchten die in dezelfde lidstaat (met inbegrip van de ultraperifere gebieden van die lidstaat) vertrekken en aankomen, vanaf 1januari 2021.
__________________
1bis Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1603 van de Commissie van 18juli 2019 tot aanvulling van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie aangenomen maatregelen voor de monitoring, rapportage en verificatie van luchtvaartemissies ter uitvoering van een wereldwijde marktgebaseerde maatregel (PB L250 van 30.9.2019, blz.10).
De zaak werd voor interinstitutionele onderhandelingen terugverwezen naar de bevoegde commissie op grond van artikel 59, lid 4, vierde alinea, van het Reglement (A9-0145/2022).