Ϸվ

Herstelbijstand voor cohesie en de regio’s van Europa (React-EU)

React-EU is een programma dat bedoeld is om de maatschappelijke en economische schade die door de COVID-19-pandemie is veroorzaakt, te herstellen en voorbereidingen te treffen voor een groen, digitaal en veerkrachtig herstel. React-EU heeft tot doel in2021 en2022 47,5miljardEUR extra vrij te maken uit de structuurfondsen en de uitgaven in het kader van het cohesiebeleid flexibeler te maken.

Rechtsgrond

De artikelen177 en322 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Verordening (EU)2020/2221 van het Europees Parlement en de Raad van 23december 2020 tot wijziging van Verordening (EU) nr.1303/2013 wat betreft extra middelen en uitvoeringsregelingen om bijstand te verlenen ter bevordering van het crisisherstel in de context van de COVID-19-pandemie en de sociale gevolgen daarvan en ter voorbereiding van een groen, digitaal en veerkrachtig herstel van de economie (React-EU).

Achtergrond

Sinds het uitbreken van de COVID-19-pandemie heeft de vertraging van de economische activiteit in de Unie aanzienlijke schade veroorzaakt, met name stijgende werkloosheid en een krimpende economie. Op 28mei 2020 heeft de Commissie het React-EU-pakket voorgesteld om de gevolgen van de COVID-19-pandemie te beperken voor de regio’s die het zwaarst door de crisis zijn getroffen. React-EU is een aanvulling op twee eerdere voorstellen: het Investeringsinitiatief Coronavirusrespons (CRII, Coronavirus Response Investment Initiative) en het Investeringsinitiatief Coronavirusrespons plus (CRII+). In beide voorstellen werden de regels voor uitgaven in het kader van het cohesiebeleid gewijzigd. React-EU bestaat uit gerichte wijzigingen van Verordening (EU) nr.1303/2013 ofwel de verordening gemeenschappelijke bepalingen, die het rechtskader vormt voor het huidige cohesiebeleid.

Voorstel van de Commissie

Aanvankelijk stelde de Commissie voor de periode2020-2022 54,8miljardEUR (in prijzen van2018) aan extra middelen voor ten behoeve van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF) en het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD).

Van dit totaalbedrag zou in2020 4,8miljardEUR beschikbaar worden gesteld als aanvulling op bestaande cohesiebeleidsprogramma’s, terwijl de extra middelen van 50miljardEUR voor de periode 2021-2022 zouden worden verstrekt via het Europees herstelinstrument (NextGenerationEU).

Voor het EFRO en het ESF zouden extra middelen beschikbaar worden gesteld in het kader van één enkele nieuwe thematische doelstelling getiteld “De bevordering van crisisherstel in de context van de COVID-19-pandemie en de voorbereiding van een groen, digitaal en veerkrachtig herstel van de economie” in het kader van de doelstelling “Investeren in groei en werkgelegenheid”.

In het geval van het EFRO moesten deze extra middelen voornamelijk worden gebruikt om investeringen in producten en diensten voor gezondheidsvoorzieningen te ondersteunen en om steun te verlenen in de vorm van bedrijfskapitaal of investeringssteun aan kleine en middelgrote ondernemingen, met inbegrip van operationele en personeelskosten en gezondheids- en veiligheidsmaatregelen.

In het geval van het ESF moesten de extra middelen voornamelijk worden gebruikt om banen te behouden, onder meer via regelingen voor werktijdverkorting en steun voor zelfstandigen, het scheppen van banen, met name voor mensen in kwetsbare situaties, maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid van jongeren en de ontwikkeling van vaardigheden. Tevens moesten de middelen worden aangewend om de toegang, ook voor kinderen, tot sociale diensten van algemeen belang te verbeteren.

Maximaal4% van de aanvullende middelen die beschikbaar zijn voor programma’s in het kader van het EFRO en het ESF kan worden gebruikt voor technische bijstand.

De middelen moesten over de lidstaten worden verdeeld op basis van een uitvoeringsbesluit van de Commissie en volgens bepaalde toewijzingscriteria, waarbij rekening werd gehouden met de relatieve welvaart van de lidstaten en de omvang van de gevolgen van de huidige crisis voor hun economieën en samenlevingen. Er is geen uitsplitsing per regio, zoals gebruikelijk is voor het cohesiebeleid.

De Commissie heeft een hoog voorfinancieringspercentage voorgesteld (50%) om ervoor te zorgen dat snel steun wordt verleend aan de reële economie. Bovendien kan aanvullende steun volledig uit de EU-begroting worden gefinancierd, zonder dat er nationale cofinanciering nodig is, hetgeen afwijkt van de gebruikelijke regels voor het cohesiebeleid.

Standpunt van de Raad

Tijdens de top van de Europese Raad van 17-21juli 2020 hebben de staatshoofden en regeringsleiders van de EU hun goedkeuring gehecht aan een begroting van 47,5miljardEUR voor React-EU voor de periode 2021-2022, als onderdeel van het akkoord over het Europees herstelplan. Dit is echter5% minder dan het oorspronkelijke voorstel van de Commissie. Overeenkomstig de richtsnoeren van de Europese Raad heeft de Raad op 22juli 2020 overeenstemming bereikt over een gedeeltelijk mandaat voor onderhandelingen met het Europees Parlement. De Raad benadrukte dat er meer moet worden geïnvesteerd in cultuur en toerisme, twee sectoren die zwaar te lijden hebben gehad onder de pandemie. Verder voegde de Raad een nieuwe bepaling toe die het mogelijk maakt om tijdelijke maatregelen te nemen voor een flexibel gebruik van middelen in het geval van een toekomstige crisis.

De rol van het Europees Parlement

Met het React-EU-voorstel werd beoogd de verordening gemeenschappelijke bepalingen te wijzigen. Het werd vastgesteld volgens de gewone wetgevingsprocedure, waarbij het Parlement en de Raad op gelijke voet worden geplaatst. Het Parlement speelde dus een cruciale rol. Binnen het Parlement heeft de Commissie regionale ontwikkeling (REGI) bij het dossier het voortouw genomen en op 7september 2020 keurde zij haar verslag goed. Dat verslag bevatte een aantal belangrijke amendementen op het voorstel van de Commissie. Er werd met name in benadrukt dat de oorspronkelijk door de Commissie voorgestelde begroting moest worden gehandhaafd, ondanks de bezuinigingen van de Europese Raad. Ook werd aanbevolen om investeringen te richten op gezondheids- en sociale infrastructuur, gezondheidszorgstelsels en -diensten voor iedereen, met inbegrip van grensoverschrijdende gebieden, ultraperifere gebieden, gebieden die een industriële transitie doormaken of te kampen hebben met ontvolking, alsook toerisme en cultuur, werkgelegenheid voor jongeren en kansarme groepen. Daarnaast werd in het verslag benadrukt dat de extra middelen ook moesten worden gebruikt voor begrotingsvastleggingen in2023 en2024, waarmee de door de Commissie gestelde termijn van 2022 werd overschreden. Er werd ook op gewezen dat afwijkingen van de normale regels voor uitgaven in het kader van het cohesiebeleid slechts van tijdelijke aard konden zijn en dat de democratische verantwoordingsbeginselen moesten worden gewaarborgd. Tijdens zijn plenaire vergadering van september2020 heeft het Parlement het mandaat bevestigd om, op basis van het verslag van de commissie, interinstitutionele onderhandelingen met de Raad te openen. Tijdens de laatste trialoogvergadering op 18november 2020 is er met de Raad een politiek akkoord bereikt, waarin rekening is gehouden met veel van de belangrijkste punten van zorg van het Parlement, waaronder het belang van steun voor sociale cohesie en klimaatdoelstellingen bij het herstel van de crisis en de mogelijkheid om het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief te steunen. In het akkoord wordt tevens het in juli genomen besluit van de Europese Raad bevestigd, waarin de React-EU-begroting voor de periode 2021-2022 werd vastgesteld op 47,5miljardEUR, zonder extra cohesiefinanciering voor2020. Het Parlement heeft het akkoord tijdens zijn plenaire vergadering van 15december 2020 bevestigd. DeReact-EU-verordening is op 24december 2020 in werking getreden.

Daarnaast heeft het Parlement op 12april 2022 een aangenomen om de voorfinanciering in het kader van React-EU te verhogen. Deze extra middelen moeten de lidstaten helpen met de uitdagingen als gevolg van het uitzonderlijk grote aantal mensen die de oorlog in Oekraïne ontvluchten. Zij moeten ook de transitie van de lidstaten naar een veerkrachtig economisch herstel na de COVID-19-pandemie ondersteunen.

Frédéric Gouardères