ONTWERPRESOLUTIEover de verslechterende democratische crisis in Georgië na de recente parlementsverkiezingen en vermeende verkiezingsfraude
22.11.2024-()
ingediend overeenkomstig artikel136, lid2, van het Reglement
Danilo Della Valle
namens de Fractie The Left
10‑0181/2024
Resolutie van het Europees Parlement over de verslechterende democratische crisis in Georgië na de recente parlementsverkiezingen en vermeende verkiezingsfraude
()
Het Europees Parlement,
–gezien zijn eerdere resoluties over Georgië,
–gezien de conclusies van de Europese Raad van 14en 15december2023 en van 27juni2024,
–gezien de mededeling van de Commissie van 8november2023 getiteld “Mededeling2023 inzake het uitbreidingsbeleid van de EU” () en het bijbehorend werkdocument van de diensten van de Commissie van 8november2023 getiteld “Georgia2023 Report” (Verslag over Georgië2023) (SWD(2023)0697),
–gezien de gezamenlijke verklaring van 8november 2023 van de voorzitter van de Delegatie voor de betrekkingen met de zuidelijke Kaukasus en de vaste rapporteur van het Europees Parlement voor Georgië over de aanbeveling van de Commissie van 8november 2023 over het verzoek van Georgië om toetreding tot de EU,
–gezien de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds[1], die op 1juli 2016 in werking is getreden,
–gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel215, lid2, en het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel29,
–gezien de onafhankelijke internationale onderzoeksmissie inzake het conflict in Georgië en het verslag van deze missie van september2009,
–gezien de voorlopige conclusies van de internationale verkiezingswaarnemingsmissie met betrekking tot de parlementsverkiezingen van 26oktober 2024,
–gezien artikel136, lid2, van zijn Reglement,
A.overwegende dat het recht op vrijheid van mening en meningsuiting en het recht op vrijheid van vreedzame vergadering en vereniging in de grondwet van Georgië verankerde grondrechten zijn;
B.overwegende dat Georgië, als partij bij de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, en als lid van de Raad van Europa en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), zich ertoe heeft verbonden de beginselen van de democratie en de rechtsstaat na te leven en de fundamentele vrijheden en de mensenrechten te eerbiedigen;
C.overwegende dat Abchazië en Zuid-Ossetië illegaal door Rusland worden bezet sinds het conflict van augustus2008 dat volgde op de aanval van Georgië op Tschinvali in de nacht van 7 op 8augustus 2008;
D.overwegende dat de EU en Georgië in juni2014 een associatieovereenkomst hebben ondertekend, die op 1juli 2016 in werking is getreden;
E.overwegende dat de Europese Raad in december2023 Georgië de status van kandidaat-lidstaat van de EU heeft verleend;
F.overwegende dat de overeenkomst inzake visumliberalisering tussen de EU en Georgië in maart2017 in werking is getreden, nadat Georgië voldeed aan alle in zijn actieplan voor visumliberalisering vastgestelde benchmarks;
G.overwegende dat de parlementsverkiezingen van 26oktober 2024 de eerste waren die in Georgië onder een volledig proportioneel kiesstelsel plaatsvonden en ook de eerste verkiezingen waren sinds Georgië in december2023 de status van kandidaat-lidstaat van de EU had gekregen;
H.overwegende dat het rechtskader in Georgië een geschikte basis biedt voor het houden van democratische verkiezingen, maar dat ondanks talrijke wijzigingen nog steeds geen gevolg is gegeven aan verschillende reeds lang bestaande aanbevelingen van het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten (ODIHR) van de OVSE en de Commissie van Venetië;
I.overwegende dat de Georgische verkiezingsautoriteit op 16november 2024 de officiële uitslagen van de parlementsverkiezingen bekendmaakte en bevestigde dat de regerende partij Georgische Droom 89zetels in het 150zetels tellende parlement had verworven na 53,93% van de stemmen te hebben behaald, terwijl vier oppositiepartijen de drempel van 5% hadden overschreden en samen 37,44% van de stemmen hadden behaald;
J.overwegende dat de internationale verkiezingswaarnemingsmissie voor de parlementsverkiezingen in Georgië uit 529waarnemers uit 42landen bestond, onder wie 380deskundige waarnemers die door het ODIHR waren ingezet, 60parlementsleden en medewerkers van de Parlementaire Vergadering van de OVSE, 39 waarnemers van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa, 38 van de Parlementaire Vergadering van de NAVO en twaalf van het Europees Parlement;
K.overwegende dat de verkiezingscampagne in Georgië competitief was, waarbij deelnemers over het algemeen vrij campagne konden voeren, maar ontsierd werd door het gebruik van in grote mate verdeeldheid zaaiende retoriek en beeldspraak, alsook door geïsoleerde incidenten van geweld, verstoringen van evenementen, verbaal geweld en de vernietiging van campagnemateriaal, hetgeen gemeld werd door zowel regerings- als oppositiepartijen;
L.overwegende dat de administratie van de verkiezingen over het algemeen ordelijk verliep, maar dat de verkiezingen plaatsvonden in een gespannen sfeer, met veel overvolle stembureaus en verschillende incidenten van fysieke confrontatie en intimidatie;
M.overwegende dat president SalomeZoerabisjvili de Georgische regering publiekelijk beschuldigde van verkiezingsfraude en onregelmatigheden bij de recente parlementsverkiezingen; overwegende dat president Zoerabisjvili vervolgens weigerde ten aanzien van deze beschuldigingen te getuigen voor het openbaar ministerie;
N.overwegende dat Georgië meer dan 26000 niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) telt – een per 142burgers, wat meer is dan het EU-gemiddelde;
O.overwegende dat de ngo International Society for Fair Elections and Democracy, die externe financiering had ontvangen, na de parlementsverkiezingen van 2020 de officiële verkiezingsuitslagen heeft aangevochten en de legitimiteit ervan in twijfel heeft getrokken, maar later heeft toegegeven dat zij een aanzienlijke fout heeft gemaakt in haar berekeningen;
P.overwegende dat het Georgische parlement een wet over de transparantie van buitenlandse invloed heeft aangenomen, die op 3juni 2024 werd ondertekend ondanks het veto van de president; overwegende dat de wet protesten heeft uitgelokt van delen van het maatschappelijk middenveld in Georgië; overwegende dat uit hoofde van de wet organisaties die meer dan 20% van hun financiering uit het buitenland ontvangen, zich moeten registreren als “actoren van buitenlandse inmenging”;
Q.overwegende dat het Georgische parlement op 17september 2024 een “wet inzake familiewaarden en de bescherming van minderjarigen” heeft aangenomen, op grond waarvan gendertransitie en adoptie door homoseksuelen en transgenders worden verboden, in het buitenland voltrokken huwelijken tussen personen van hetzelfde geslacht op Georgisch grondgebied nietig worden verklaard, en die voor de autoriteiten voorziet in een rechtsgrond om pride-evenementen en openbare vertoningen van de lhbtq+-regenboogvlag te verbieden en censuur op films en boeken te verplichten;
R.overwegende dat de Commissie van Venetië benadrukt dat de staat volgens internationale normen een positieve verplichting heeft om gendergelijkheid te waarborgen; overwegende dat het Georgische parlement op 4april 2024 wijzigingen van 2020 heeft ingetrokken waarmee genderquota voor kandidatenlijsten bij parlements- en lokale verkiezingen waren ingevoerd, en de hiermee samenhangende financiële steun voor politieke partijen heeft afgeschaft;
1.neemt kennis van de uitslagen van de parlementsverkiezingen in Georgië van 26oktober 2024; roept alle partijen op het resultaat te respecteren, constructief te werk te gaan met inachtneming van de rechtsstaat en de toenemende polarisatie in de Georgische samenleving aan te pakken; roept de EU op een holistische en doelgerichte dialoog aan te gaan met de nieuwe regering van Georgië;
2.neemt nota van het voorlopige verslag van de internationale verkiezingswaarnemingsmissie, waarin wordt verklaard dat het algemene wettelijke kader in Georgië een geschikte basis biedt voor het houden van democratische verkiezingen, dat de kiezers een ruime keuze van 18kandidatenlijsten hadden, dat de deelnemers over het algemeen vrijelijk campagne konden voeren en dat de administratie van de verkiezingen over het algemeen ordelijk verliep; betreurt dat deze verkiezingen in een gepolariseerde omgeving en op een ongelijk speelveld plaatsvonden, en dat er meldingen waren van druk op kiezers en gevallen waarin het stemgeheim mogelijk in het gedrang was gekomen; moedigt de nieuwe regering van Georgië aan gevolg te geven aan de aanbevelingen van het ODIHR en de Commissie van Venetië;
3.herinnert eraan dat het EU-toetredingsproces gebaseerd is op objectieve criteria; betreurt het besluit van de Europese Raad om de financiële bijstand aan Georgië op te schorten; onderstreept de voordelen van de overeenkomst inzake visumliberalisering en de noodzaak om deze te behouden; benadrukt de behoefte aan een constructieve dialoog tussen de regering van Georgië en de EU;
4.verwerpt met grote bezorgdheid de goedkeuring van de “wet inzake familiewaarden en de bescherming van minderjarigen”, en beschouwt dit als een aanval op de lhbtq+‑gemeenschap en een algemene bedreiging voor de burgerlijke vrijheden; hekelt voorts de invloed van de wet op de media, aangezien bij deze wet censuur wordt opgelegd doordat omroepen worden verboden vrijelijk verslag uit te brengen over lhbtq+-kwesties; herhaalt dat mediavrijheid en verdraagzaamheid ten aanzien van seksuele minderheden belangrijke factoren zijn voor het functioneren van een democratie;
5.merkt op dat de “wet inzake de transparantie van buitenlandse invloed” het risico met zich meebrengt dat ngo’s, maatschappelijke organisaties, mediakanalen van de oppositie en andere organisaties die middelen uit andere landen ontvangen, als “buitenlandse agenten” zullen worden aangemerkt;
6.benadrukt dat het recht op vrijheid van meningsuiting en vergadering en het recht op vreedzaam protest fundamentele vrijheden zijn die onder alle omstandigheden moeten worden gerespecteerd; uit zijn bezorgdheid over berichten over het onnodig en onevenredig gebruik van geweld tegen demonstranten; beklemtoont dat de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten, VolkerTürk, heeft verklaard dat elke beperking van deze rechten moet voldoen aan de beginselen van wettigheid, noodzakelijkheid en evenredigheid en dat het gebruik van geweld tijdens protesten altijd een uitzondering moet blijven en een laatste redmiddel in geval van een onmiddellijke dreiging;
7.betreurt het besluit van het parlement van Georgië om verplichte genderquota af te schaffen; wijst nogmaals op de noodzaak van een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in het kader van politieke participatie; betreurt de ondervertegenwoordiging van vrouwen in het verkiezingsproces; roept de Georgische regering ertoe op in dit verband maatregelen te nemen;
8.neemt kennis van de verklaringen van de Russische minister van Buitenlandse Zaken SergejLavrov op een persconferentie in het kader van de Algemene Vergadering van de VN in New York en de in dit verband geuite bereidheid van de Georgische overheid om openstaande kwesties op vreedzame en diplomatieke wijze op te lossen; moedigt beide partijen aan om in dit kader te ijveren voor robuuste oplossingen;
9.verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de Raad van Europa en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, alsmede aan de president, de regering en het parlement van Georgië.
- [1] PB L261 van 30.8.2014, blz.4, ELI: .